blog archief

Nachtvlinderen, een schrale troost en galbakken.

Bezoeken: 3

Afgelopen zondag een “Nachtvlindersessie” in mijn achtertuin (grenst aan Schollebos). Frank Oling had het materiaal meegebracht (speciale sterke lamp, ophanglaken). Nachtvlinders zijn – zoals de naam al zegt – vlindersoorten die ’s nachts actief zijn en overdags in rust (hoewel er ook “Dag-actieve Nachtvlinders” bestaan die ook hier voorkomen). Met 6 man tot 1 uur ’s nachts geduldig wachten op nachtvlinders die worden gelokt met een speciale sterke lamp gericht op een gespannen laken.

De nachtvlinders onderscheidt men in 2 groepen: de “Macro’s” en de “Micro’s”. De Macrosoorten zijn de grote(-re) soorten – zeg maar vanaf uiltje. Zij vormen in Nederland ruwweg zo’n 200 soorten. De microsoorten daarentegen zijn in Nederland vertegenwoordigd door ruwweg 1600 soorten. Om nachtvlinders te spotten en te determineren is het dus nachtwerk geblazen. Met 6 mannen (tja alleen maar mannen dus) aan het determineren geweest. Eerst koppie koffie en daarna ’n biertje en onderwijl afwachten en kijken wat er op het fel verlichte laken kwam zitten. In het verleden heeft SNC in Schollebos zulke sessies als excursie gehouden met een deskundige. Deze deskundige ving echter alle vlindertjes en doodde ze met ether om ze thuis te determineren, dit vaak tot consternatie van kinderen die met hun ouders deelnamen aan deze excursies. En nu: geweldig! Men maakt van heel dichtbij een foto met de smartphone van het vlindertje en via een gratis App wordt deze in een mum van tijd met vrij grote zekerheid gedetermineerd (beeldherkenning). En bij twijfel wordt de papieren standaardgids erbij gehaald. Ook direct op waarneming.nl gezet (eventueel voor “peer-review” door deskundigen) met gps-coordinaten erbij.

 

Gestreepte Goudspanner (Camptogramma bilineata)

Deze nachtvlindernacht leverde zo’n 20 soorten op met de meest prachtige namen zoals Essengouduil, Grote appelbladroller, Volgeling, Geelbruine Rietboorder, Vierkantvlekuil, enz. De waargenomen soorten zijn terug te vinden op waarneming.nl. Kortom: voor herhaling vatbaar (het was deze nacht vrij koud, dus weinig vlinders) en mogelijk een hernieuwde nachtvlinderexcursie voor Capellenaren.

 

 

Wilgenroosje (Chamerion angustifolium).

Een plant die als “pionier” op verstoorde bodems (“Ruderale bodems”) voorkomt. Nu 1 exemplaar op gekapt Abelenbos in Schollebos. Tja, de komst van 1 wilgenroosje weegt natuurlijk niet op tegen het verlies van zo’n 100 abelen van 20 meter hoog. Toch dapper plantje en tot nu toe de enige in Capelle. Een schrale troost.

 

 

 

Bedeguaargal.

Langs wandelpad Spartasportvelden Schollebos, deze prachtige Bedeguaargal (ook wel Mosgal genoemd) op een rozensoort (Egelantier). Een “Gal” is een woekering van boom, struik of plant als reactie op gelegde eitjes van kleine galwespen of galmuggen in hun weefsel (ook sommige schimmels kunnen gallen veroorzaken). De weefselwoekering is een soort ontstekingsreactie, te vergelijken met een abces bij mens/dier. Dat is dus juist het doel van de galwesp of galmug: hun larven eten en leven  van dit woekerweefsel. Er zijn heel veel soorten gallen, vooral op eikenbomen

De Bedeguaargal wordt veroorzaakt door een klein galwespje (Diplolepis rosae) die haar eitjes legt op rozensoorten.

 

 

 

In Schollebos, maar ook elders in Capelle kan men op de grond  onder eikenbomen nu veel afgevallen Knoppergallen vinden. Deze gallensoort wordt veroorzaakt door het galwespje Andricus quercuscalicis. Het vrouwtje legt haar eitjes in de knop van de eikel. Niet alleen de eikel groeit, maar de eik gaat dus ook woekerweefsel aanmaken, die uiteindelijk de eikel geheel of grotendeels omhult om de parasiet af te stoten. Tafeltje gedekt dus voor de larve! Verse gallen zijn groen en kleverig, later bruin en droog.

One Response to Nachtvlinderen, een schrale troost en galbakken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *