blog archief

meer zomernieuwtjes

Weergaven: 40

In mijn laatste blog schreef ik al dat de zomer echt niet saai is. Hier volgen een aantal leuke recente waarnemingen.

Het vlinderbestand in Nederland gaat nog steeds verder achteruit (Tuinvogeltelling 2024). Maar toch zijn ze bij mooi weer te bewonderen.

Gerrit Lammers spotte 2 bijzondere soorten:

 

Distelvlinder (Vanessa cardui; foto Gerrit Lammers). Op zich heel vreemd dat deze vlinder steeds zeldzamer wordt. Vorig en dit jaar heb ik zelf er niet 1 gezien, terwijl het een “generalist” is: heel veel waardplantsoorten waaronder distelsoorten. Komt over de hele wereld voor, behalve in Zuid-Amerika. Het is een trekvlinder: de laatst hier geboren generatie vliegt in najaar naar Noord-Afrika (!!).

 

 

Scheefbloemwitje (Pieris mannii; foto Gerrit Lammers). Een nieuwkomer in Nederland (in 2015 eerste waarnemingen), maar zich sterk uitbreidend. Ook in Capelle inmiddels enkele waarnemingen. Zonder goede foto heel moeilijk te onderscheiden van andere algemene witjessoorten (Pieridae). Waardplanten zijn Scheefbloemsoorten (Iberis), vaak in tuinen.

 

 

(Kleine) Rode Weekschildkever (Rhagonycha fulva). Als vroeger het Fluitenkruid in bloei stond, konden we op elke bloemscherm grote aantallen van deze soort van de familie van “Soldaatjes” (Cantharidae) aantreffen. Dit  en vorig jaar geen soldaatje gezien. Het Fluitenkruid is al lang uitgebloeid. Dit ene exemplaar trof ik aan op de nu ook al bijna uitgebloeide Gewone Berenklauw. Oorzaak van de achteruitgang??

 

 

 

 

Knopige Ooievaarsbek (Geranium nodosum). Een uit Zuid-Europa afkomstige geraniumsoort, die als tuinplant hier is verwilderd en ingeburgerd. Deze trof ik aan in Schollebos en voor zover ik weet een nieuwe soort voor Capelle.

 

 

 

 

 

 

 

 

Grote Kaardebol (Dipsacus fullonum). Een stekelige plant behorend tot de Kamperfoeliefamilie. Langs sportvelden Sparta (Schollebos) en op enkele plek langs Nieuwerkerkse Tocht (daar uitgezaaid). Bijzondere bloeiwijze: begint in midden van de “bol” met een ring van paarse bloemetjes. Als die zijn uitgebloeid dan nieuwe ringen boven en onder die eerste ring, enz. Goede nectarplant voor hommels en bijen. In najaar en winter trekpleister voor Puttertjes die op de zaden afkomen.

 

 

 

Nog meer Paddenstoelen in Schollebos (zie vorige blog):

Kleine Aardappelbovist (Scleroderma areolatum). Bovisten behoren tot de Buikzwammen (Gasteromycetes): de sporen worden gevormd binnen een afgesloten ruimte (“Buik”). Als de sporen rijp zijn scheurt de omringende wand open zodat de sporen vrijkomen door aanraking (o.a. door regendruppels). Meest bekend is natuurlijk de Reuzenbovist: grote witte “voetbal” die ook in Schollebos voorkomt. Dit is een kleintje (max. 4 cm).

 

 

Esdoornhoutknotszwam (Xylaria longipes). In Schollebos op stronken van esdoorn en essen. Een soort uit de groep van Kernzwammen (Sphaeriales). 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gele Korstzwam (Stereum hirsutum). Een soort uit de grote familie Korstzwammen (Corticiaceae). Algemeen op dode stammen van loofbomen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Huisspitsmuis (Crocidura russula). Sommige diersoorten laten zich levend niet of nauwelijks zien. Toch is deze spitsmuissoort zeer algemeen. Ik trof dit lijkje aan langs Schollebos. Een insecteneter, maar eet ook wel slakken, wormen, spinnen, pissebedden, e.a. Eet per dag zijn eigen lichaamsgewicht! Voornamelijk een nachtelijke leefwijze. De dag erna was het lijkje verdwenen (reiger, kleine mantelmeeuw, kat?).

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *