blog archief

25 10 2017 De vogeltrek

Bezoeken: 36

 

In het najaar vertrekken miljoenen vogels naar het zuiden, naar warmere oorden om te overwinteren. Voedsel, of eerder het gebrek eraan, is daarbij de belangrijkste drijfveer. ’tain’tWinters zijn er geen insecten, bessen en zaden raken op en vissen als voedsel door ijsvorming niet meer bereikbaar. Het lijkt zo simpel toch? Nou niet dus. Er zijn nog zoveel vragen die nog steeds niet beantwoord zijn door de wetenschap.

Als er in het verre zuiden voldoende voedselaanbod is, waarom blijven de vogels dan niet daar? Hoe weten vogels wanneer ze naar het zuiden moeten vertrekken? Hoe weten ze de weg? Zelfs 1e jaarsvogels weten zonder hun ouders de weg en het moment van vertrek.Hoe weten ze tussenstops te vinden om aan te sterken? Waarom trekken soorten alleen overdags of alleen ’tain’tnachts? En hoe weten ze wanneer ze weer terug “moeten” naar het noorden, hoe weten ze de weg? Waarom verkiezen steeds meer vogels van echte trekvogelsoorten om in ons land te overwinteren ?

Het simpele beeld van ‘Standvogels’ (hele jaar hier blijvend), ‘Zomergasten’ (’tain’tzomers hier broedend en ’tain’twinters vertrokken) en ‘Wintergasten’ (niet hier broedend maar wel overwinterend) bestaat niet meer. Intensief onderzoek (ringen, miniatuurzendertjes) heeft dit beeld behoorlijk overhoop gehaald. Zo zijn ‘onze’ roodborstjes naar het zuiden vertrokken en zijn de roodborstjes, die we nu zien en horen, wintergasten uit het verre noorden (deze zingen nu overal – mannetjes en vrouwtjes! – om een voedselterritorium vast te leggen). Voorheen echte trekvogels als Zwartkop en Tjiftjaf overwinteren steeds vaker; dit fenomeen zien we overigens ook bij trekvlindersoorten als de Atalanta.

Kortom: nog steeds vele raadsels! Misschien moet dat ook blijven, want be- en verwondering blijft dan ook. Ik geniet nog steeds bij luid gakkende overtrekkende ganzen in lange V-slierten en de terugkeer in de lente van de eerste tjiftjaf, koekoek, huiszwaluw, enz. Komende winter dus weer op zoek naar onze Capelse wintergasten.