blog archief

20 03 2019 Sleedoorn

Bezoeken: 48

De Sleedoorn

De eerste bloeiende struik met witte bloesem na de winter is de Sleedoorn. De wetenschappelijke naam Prunus spinosa kan als volgt verklaard worden: prunus is afgeleid van een oud Latijns woord voor pruimenboom en spinosa betekent stekelig of met een doorn. Dat is goed te zien aan de korte zijtakjes; ze eindigen in een scherpe punt een zogenaamde takdoorn. Dus de Prunus spinosa is een pruimenboom met doorns. Ook onze pruimen- en kersenbomen, de Laurierkers en de vogelkersen behoren tot het geslacht Prunus.

De witte bloemen steken mooi af tegen de bijna zwarte takken en pas als ze bijna uitgebloeid zijn, lopen de bladknoppen uit. Vroeg vliegende insecten zoals hommels, bijen, vliegen en vlinders, vinden hier een overvloed aan nectar en stuifmeel. De Sleedoorn is door veelvuldige aanplant (o.a. Lijstersingel, Schollebos) in het hele land algemeen te vinden.  Door wortelopslag kan een ondoordringbaar struweel ontstaan, wat een goede schuil- en nestgelegenheid voor vogels oplevert.

Aan het eind van de zomer worden de ca. 1,5 cm grote vruchten zichtbaar. Het zijn kleine blauwe pruimpjes die rechtop staan met meer pit dan vruchtvlees en vreselijk zuur. Slee is een oude naam voor pruim, maar zou ook stroef betekenen vanwege het stroef worden van je tanden na het eten van de onrijpe pruimpjes. Pas na de eerste nachtvorst rijpen de vruchten door en worden ze door vogels gegeten.

De Sleedoorn is de waardboom voor een zeldzame vlinder, de Sleedoornpage. Ondanks het algemeen landelijk voorkomen van de Sleedoorn, zijn de meeste vlinders te vinden op de Utrechtse heuvelrug en langs de Veluwerand, met wat verspreide populaties op enkele plaatsen in Zuid-Limburg, Friesland, Drenthe, en Overijssel. De vlinder zet de witte eitjes afzonderlijk af in de takoksel.  Als het blad uitloopt komen de rupsen tevoorschijn. Ze verpoppen rond eind juni en begin juli in de strooisellaag. Na 4-6 weken komt de vlinder tevoorschijn. Het ontbreken van de Sleedoornpage is waarschijnlijk te wijten aan het feit, dat de Sleedoorns zich niet verjongen, maar ook rigoureus snoeien kan van invloed zijn. Vrijwilligers zoeken in de winter naar eitjes om zo het voorkomen van de Sleedoornpage vast te stellen, want de volwassen vlinder laat zich weinig zien.