20 02 2019 Winterijs overleven
Weergaven: 99
Overleven onder het ijs
Winter. Water bevriest en ijs vormt zich op vijvers, singels en sloten. Zonder water op aarde zou geen leven kunnen bestaan.
Water is een gekke stof: ijs als vaste stof is lichter dan vloeibaar water en daardoor blijft het drijven. Bij alle andere stoffen is de vaste stof juist zwaarder dan de vloeibare vorm en zinkt. Nog gekker: water met een temperatuur van 4 graden boven nul is zwaarder dan water tussen 0-4 graden, dus onderin de bevroren vijver of sloot bevriezen dieren niet.
Juist deze unieke eigenschappen van water zorgen ervoor dat het leven onder water de winterse vorst kan overleven. Zolang er stroming is, overleven vissen, kikkers, libellenlarven en vele andere onderwaterbeestjes in de onderste waterlaag. Het feit dat zij allemaal koudbloedige dieren zijn helpt hen daarbij: hun lichaamstemperatuur past zich aan aan die van de omgeving. Hun stofwisseling, energie- en zuurstofbehoefte daalt daardoor.
In modder overwinterende Groene- en soms ook Bruine Kikker kunnen via hun huid zo nog voldoende zuurstof opnemen. Salamanders en padden overwinteren op het land in allerlei schuilplekjes (onder tegels, in muizenholen, enz.).
Tuinvijvers zijn belangrijk voor de stadsbiodiversiteit (amfibieën, libellen, waterkevers, vogels). Heeft u een tuinvijver met stilstaand water? Dan moet u het onderwaterleven beschermen door te zorgen voor voldoende zuurstof. Een eenvoudig piepschuimboei met deksel en na de ijsvorming via de opening een laagje water afhevelen voldoet. Om het ijs te verwijderen: geen hamer o.i.d. gebruiken om een wak te slaan, dat kan dodelijk zijn voor het onderwaterleven (extreme geluidsgolven)! Gewoon warm water gebruiken. Ook voldoende waterplanten voor de zuurstofproductie is belangrijk. Vogels die afhankelijk zijn van voedsel uit water hebben het altijd moeilijk als wateren bevriezen. Vogels hebben een lichaamstemperatuur van ongeveer 42 graden. Om dat kacheltje brandend te houden kan een dag zonder voedsel al fataal zijn.
IJsvogels
De ijsvogel populatie kan zomaar met 75% afnemen in een vorstperiode zoals vorige winter gebeurde (in het Schollebos voor het eerst in jaren geen ijsvolgelbroed). Gelukkig broedt de ijsvogel zeker 3 keer per jaar met per nest van 4 of 5 jongen, dus is er snel herstel.