31 01 2018 Winterbloeiers
Weergaven: 116
Zelfs in de donkerste maanden december en januari bloeien er nog planten. Vanaf Kerst tot na Nieuwjaar organiseert Stichting FLORON jaarlijks een “jacht” naar deze winterbloeiers. Samen met vrijwilligers wil men zo zicht te krijgen op de gevolgen voor de flora van de steeds zachtere winters.
Sommige planten bloeien het gehele jaar, zolang het niet vriest, zoals het madeliefje, de paarse dovenetel en de paardenbloem; ze stonden op resp. de eerste, vijfde en zesde plaats in de top-10. En hoe zuidelijker, hoe meer winterbloeiers.
Soorten als els en hazelaar bloeien altijd in de winter, vaak al in december. En dat geldt ook voor uitheemse bomen en struiken, die vanwege de winterbloesem worden aangeplant langs wegen, in plantsoenen en in tuinen. Zo bloeit de winterkamperfoelie al met geurige witte bloemen, overal bloeien de winterviburnums uitbundig, her en der bloeien er winterkersen en de vleesbes in mijn tuin heeft inmiddels ook zijn eerste sterk geurende witte bloempjes, in de hoop de weinige insecten die nu nog vliegen te lokken. En dat lukt blijkbaar want onder de struik staan zaailingen.
Ook bloeien er nog allerlei planten uit zuidelijke streken. Her en der zijn nog bloeiende fuchsia’s te zien in beschut liggende tuinen. In tuinen en bakken staan nog kamergeraniums in bloei, eigenlijk pelargonium geheten en afkomstig uit Zuid-Afrika. En overal zijn de blauwe klokjes van het kruipklokje nog te vinden, afkomstig van de Balkan en verwilderend in tuinen en straten.Sommige planten, afkomstig van het zuidelijk halfrond en daar bloeiend in de zomer, bloeien in ons land dus in de winter. In tuinen bloeit de Hebe x divaricata (sorry, het struikje heeft geen Nederlandse naam) uit Nieuw-Zeeland met trosjes paars-roze of blauw-paarse bloemen (zie foto).
Omdat er nauwelijks insecten vliegen, blijven bloemen veel langer staan dan in de zomer, omdat ze dan afsterven zodra ze bevrucht zijn. Zo kunnen we ook midden in de winter nog genieten van bloeiende bomen, struiken en andere planten in de stad. En niet alleen omdat de winters steeds zachter worden, maar ook omdat de stad relatief warm blijft en er veel beschutte groeiplekken zijn.