blog archief

03 03 2021 IJsvogels en IJs

Weergaven: 134

IJsvogels en IJs

De IJsvogel is wel een van de prachtigste vogels die we in Capelle al tientallen jaren kunnen bewonderen. Hij broedt daar al die jaren in het Schollebos, maar mogelijk zijn er nog 1 of 2 broedpaartjes elders in Capelle. Hij wordt ook regelmatig waargenomen in Schollevaar, in Oostgaarde en Schenkel. Vaak zie je hem alleen maar snel voorbij vliegen, wat hem bijnamen als “Blauwe Flits” of “Vliegend Juweel” heeft opgeleverd. 

IJsvogels zijn viseters, al hoewel ze ook waterinsecten lusten, maar daarvoor hebben ze dus wel open water nodig om te vissen. Zij houden daarom helemaal niet van ijs! De lichaamstemperatuur van vogels is 42-43 graden. Om dat kacheltje brandend te houden in de winter moeten ze echt elke dag (met ’s winters ook nog eens kort daglicht om te kunnen vissen) voldoende eten. Een dag zonder eten is al fataal! In vorstperiodes als nu gaat soms wel 75% van de Nederlandse ijsvogelpopulatie ten onder. Andere vorstgevoelige soorten trekken naar het verre zuiden om te overwinteren, maar de ijsvogel niet (“Standvogel”).

Waarom dan toch die naam ‘IJsvogel’? Niet dus omdat ze van ijs houden. Normaliter is de ijsvogel erg schuw, maar bij voedselschaarste zag men ze vroeger vooral bij ijswakken om te vissen: de honger is dan groter dan hun schuwheid. Dit zien we nu ook in Schollebos waar ondanks de flinke vorstperiode er nog een paar plekken zijn met open stromend water waar hij te zien is. Verstoor ze niet en blijf op afstand, geen 1,5 meter maar minstens 20 meter!

Gelukkig worden de eventuele winterse verliezen weer geheel of gedeeltelijk gecompenseerd doordat ze in het broedseizoen meestal 3x broeden met gemiddeld 4-5 jongen per broedsel. De broedplaats (een gegraven pijp in een steile oeverwand) moet dan niet verstoord worden (door o.a. foute natuurfotografen en vissers). Een ijsvogel wordt echt niet tientallen jaren oud: toch zijn ze al tientallen jaren in Schollebos aanwezig, een teken dat ook in Capelle generaties ijsvogel worden opgevuld. Mijn vrouw en ik hebben inmiddels ingeburgerde namen gegeven als “IJsvogelvijver” en “IJsvogelsluisje”. Het sluisje is zo genoemd omdat we daar zo’n 30 jaar geleden onze eerste Capelse ijsvogel zagen en nu zien we hem daar weer.