Varia
De lente vordert gestaag.
Gewone Vogelmelk (Ornithogalum umbellatum). Een inheemse plant, lid van de Aspergefamilie, vaak aangeplant als Stinseplant, in dit geval al enige jaren geleden door SNC in het Schollebos. Staat nu in de knop en enkele al in bloei. Prachtige bloemen die sluiten bij regen en kou. De bladen zijn grasachtig en liggen meestal plat op de grond. Zien?: vanaf pannenkoekenhuis 1e voetpad rechts aan linkerkant. Goed zoeken!
Op de enkele dagen dat het zonnig en vrij warm was, kwamen de insecten weer tot leven.
Leliehaantje (Lilioceris lilii). Klein (8-10 mm) rood kevertje met zwarte pootjes uit de familie van Bladkevers (Chrysomelidae), ook wel Goudhaantjes genoemd. Voor Lelietelers een schadelijk insect vanwege de vraat aan de bladeren. Hier in mijn tuin op de bloeiende Gewone Salomonszegel (Polygonatum multiflorum).De larfjes lijken op kleine vliegenmaden die zich camoufleren met hun eigen poep. Naast het Leliehaantje komen uit deze familie in Capelle ook het Groen Zuringhaantje (Gastrophysa viridula; vooral op Ridderzuring) en het Elzenhaantje (Agelastica alni; op o.a. Els) voor.
Ruittijger (Nephrotoma flavipalpus). Een vertegenwoordiger van de familie der Langpootmuggen (Tipulidae). De muggen zelf zijn onschadelijk (steken niet – niet dood slaan dus! – en eten geen gewassen), maar hun larven , Emelten, wel. Emelten leven in een holletje net onder het maaivlak van vooral grasvelden en komen ’s nachts bovengronds om zich tegoed te doen aan het groen (eten dus niet van de wortels, zoals vaak gedacht). De emelten zijn dus schadelijk voor grasvelden (sport- en recreatievelden), maar omdat ze zo dicht onder het maaiveld zitten weer een grote voedselbron voor egels, mol, muizen en veel vogels (spreeuw, groene specht, ooievaar, buizerd, kauw, scholekster, e.a.: allemaal foeragerend waargenomen op Sparta-sportvelden in Schollebos). Kortom een belangrijke schakel in het ecosysteem.
Mijn echtgenote ontdekte op haar werkkamer een “hele grote wesp” en vroeg me die alsjeblieft te verwijderen. Het bleek een Europese Hoornaar (Vespa crabro) te zijn en gelukkig geen Aziatische Hoornaar (Vespa velutina) die als invasieve exoot onze honingbijen bedreigt. De Europese Hoornaar heeft zwarte poten en de Aziatische gele poten. De Europese is tot 3,5 cm groot en daarmee de grootste wespensoort. Hij is niet agressief en steekt alleen bij directe bedreiging; de steek zelf is wel pijnlijker dan die van een honingbij. Hij doodt andere insecten om aan hun larven te voeren. Die larven produceren weer een suikerrijke vloeistof aan de werksters die daarmee weer meer energie krijgen om meer insecten te vangen. Afijn, een glas erover en een kaart eronder en weer losgelaten in de tuin. Kijk nog even goed waar de naam “wespentaille” vandaan komt….
Vuurjuffer (Pyrrhosoma nymphula). Een van de vroegst vliegende libellen en een vaste bewoner in mijn tuinvijver. Afgelopen week de eerste exemplaren. Vooral de mannetjes, zoals op deze foto, doen hun naam eer aan met hun scharlakenrode kleur. De larven overwinteren onder water.
Goed kijken en luisteren leveren vaak mooie momentjes op. In Schollebos staan vele honderden jonge Esdoornzaailingen. Op het bovenblad kan je hier soms de “Gallen” van de Esdoornhoornmijt (Aceria macrorhyncha) vinden zoals hier op foto. Mijten zijn microbeestjes (deze 0,5 mm) die behoren tot de Spinachtigen (Arachnida); volwassen exemplaren hebben 8 pootjes (insecten 6 pootjes). De esdoornhoornmijt legt haar eitjes in het blad van de esdoorn. De esdoorn reageert door die eitjes af te kapselen met weefsel, waardoor een “Gal” ontstaat (vergelijk het met een puist bij de mens als reactie op een indringer in de huid). Maar dat is net waar die mijt op uit was: dat afstotingsweefsel is net de voedselbron voor die larven. Niet echt schadelijk voor de boom. Wel weer een mooi voorbeeld hoe in de natuur soorten van elkaar afhankelijk zijn!
Tot slot toch nog een triest bericht dat ik kreeg doorgestuurd:
Doodgereden Otter bij Rivium (zie de verkeersborden voor locatie). Capelle is de dichtst bevolkte gemeente van Nederland en ook nog een belangrijke verkeersverbinding met omringende gemeentes. De Otter was uitgestorven in Nederland, maar maakt nu weer een come-back na uitzetten van otters van Oost-Europa. Zij doen het goed, maar het aantal verkeersslachtoffers neemt toe. Meestal betreft het jonge volwassen exemplaren die op zoek zijn naar een eigen territorium. Al eerder zijn (niet bevestigde) meldingen gemaakt van otters in de IJssel. Hitland en Schollebos zouden best wel geschikt kunnen zijn?
En nog een laatste bericht: in de IJssel nabij de Algerabrug zou een Zeehond gezien zijn. Het filmpje verspreid op social media vond ik niet overtuigend, misschien een Bever of Otter??
Ooievaars en ander nieuws
Er was veel verwarring over de frequent waargenomen ooievaars op het recent geplaatste kunstnest in het Schollebos langs de “Grote Speelweide”: was het een nieuw paartje, of waren het de ooievaars die langs de ’s Gravenweg al aan het broeden zijn (2 paartjes) en regelmatig aan het voedsel zoeken waren (op Spartasportvelden en de “Grote Speelweide”). Ik geloofde niet in een 3e ooievaarspaar binnen 1 week na plaatsing van het kunstnest. Maar afgelopen maandag leek het pleit beslecht: vrij zeker een 3e paar ooievaars. De 2 nesten langs de ’s Gravenweg waren bezet, maar dezelfde middag ook het nest in Schollebos (weliswaar met ruim 1 uur tijdverschil). Ook zijn nestelactiviteiten vastgesteld: aanbrengen van takjes, uitbundig klepperen als partner terugkeert en zelfs paring.
De Boerenzwaluwen zijn inmiddels teruggekeerd na hun winterverblijf in Afrika. Broeden op de Capelse Manege in de paardenstallen. Jaagt op insecten laag boven de grond. Altijd de eerste terugkerende zwaluwsoort. De huiszwaluw komt veel later terug net als de Gierzwaluw welke laatste eigenlijk geen echte zwaluw is.
Ook al is de lente al ver gevorderd, Frank Oling spotte nog een vrij zeldzame doortrekker: de Beflijster (hier archieffoto). Een broedvogel van Noord- en Oost Europa, die overwintert in Zuid Europa en Afrika. Is al enkele keren in de laatste jaren op Spartasportvelden (Schollebos) gezien in de trektijd. Is zwart met een duidelijke witte halvemaanvormige tekening (bef) op de borst.
Gemeente Capelle heeft ook dit jaar de “BioBlitz Capelle” georganiseerd. Doel: gedurende 1 jaar (1 april 2024 – 31 maart 2025) zoveel mogelijk aantal soorten Capelse flora, fauna en paddenstoelen vast te leggen middels foto’s. Vorig jaar werden 1600 soorten vastgesteld. Doe mee! Een soort BurgerScience-project. Het resultaat geeft een beeld van de biodiversiteit binnen onze gemeente. Het enige wat u hoeft te doen is de app Obsidentify op uw telefoon te downloaden (gratis) en uw foto’s door deze app te laten beoordelen (identificeren) en te uploaden: de gegevens worden automatisch doorgegeven naar Waarneming.nl. Geen tuin- of kamerplanten! Door dit elke jaar te doen zijn mogelijk tendensen waar te nemen (toe-/afname van soorten). Gaat niet om zeldzame of bijzondere soorten. Madeliefje, Kraai, Mus, alles dus!
Boshyacinth (Hyacinthoides-soort). Aangeplant als Stinseplant in Schollebos. Kleur van de bloemen wit of blauw. Nu nog maar paar bloeiende planten, maar binnenkort veel meer.
Zadelzwam (Polyporus squamosus).
Paddenstoelen zijn er niet alleen in het najaar, maar het hele jaar door. Nu in Schollebos op meerdere plaatsen zadelzwammen. Deze op foto waren wel erg groot, bijna halve meter doorsnee! Is een buisjeszwam (familie Polyporaceae): de sporen worden gevormd in de aan de onderkant gelegen buisjes. Algemeen.
Zwerminktzwam (Coprinus disseminatus). Geslacht van Inktzwammen (Coprinus) telt vele soorten. De meeste zijn algemeen net als deze. Nu ook in Schollebos op meerdere plaatsen op dode boomstronken. Altijd in zwermen. Hoedje is zo’n 1 cm doorsnee.
Gewone Wimperzwam (Scutellinia scutellata). Een zwammetje met een diameter van enkele millimeters. Rood-oranje puntjes op rottende houtstammen. Langs de rand zwarte uitstekende “haren”. Kleine juweeltjes, dus goed opletten! Deze gisteren aangetroffen in Schollebos.
Meer (lente-)nieuws
Allereerst mijn excuses: de Lente-excursie in het Schollebos door SNC werd door mijn schuld verkeerd gepubliceerd (23 maart i.p.v. 30 maart). Kwam erop neer dat we – na een rectificatie – nu 2x deze excursie hebben gehouden (konden toch geen mensen in de kou laten staan). Op beide data slechts enkele deelnemers, mede ook door het natte weer. Jammer want er was echt veel te zien, te horen en te ruiken (en nu nog steeds).
Daslook (Allium ursinum). Nu massaal bloeiend. “Look” is een ander woord voor Ui. In sommige delen van het Schollebos ruikt het heerlijk naar deze uiensoort. Helaas worden door onze Chinese stadsgenoten vuilniszakken vol voor de bloei deze weggesneden voor (commerciële?) consumptie, hetgeen verboden is. Een inheemse plant, maar hier als Stinsenplant aangeplant en zeer karakteristiek voor Schollebosflora.
Armbloemig Look (Allium paradoxum). Een tweede uiensoort die zich snel aan het uitbreiden is in de bermen langs de Nieuwerkerkse Tocht (oostelijk Schollebos). Nu ook volop in bloei.
Naast deze looksoorten komt ook nog Driekantig Look (Allium triquetum) voor, die wat later bloeit. Schollebos is echt een “Uienbos”.
Amerikaans Krentenboompje (Amelanchier lamarckii). Zoals de officiele naam al zegt, oorspronkelijk uit Amerika. In Nederland wordt hij ook wel Drents Krentenboompje genoemd. Rozenfamilie. De vruchtjes (“krentjes”) zijn eetbaar. Aangeplant.
Pinksterbloem (Cardamine pratensis).Nu bij Pasen bloeiend. In de Kleine IJstijd (15e-19e eeuw) waren de gemiddelde temperaturen tot 2 graden lager. Toen bloeide de pinksterbloemen dan ook later: bij Pinksteren (6 weken na Pasen)! Een belangrijke waardplant voor het Oranjetipje die haar eitjes op deze bloem afzet (1 eitje per bloem).
Oranjetipje (Anthocharis cardamines). De eerste is vorige week gesignaleerd langs de Capelseweg. Andere belangrijke waardplant is Look-zonder-Look, die nu in Schollebos vrij massaal in knop staat. Ook Raapzaad wordt soms als waardplant gekozen (ook massaal in Schollebos aanwezig en hier en daar al bloeiend). Het oranjetipje is pas zo’n 15 jaar geleden in Capelle voor het eerst waargenomen. Waardplanten genoeg, maar het aantal Oranjetipjes stijgt slechts heel langzaam; mogelijke oorzaken zijn natte voorjaar (klimaat) en te intensief maaien.
Hondsdraf (Glechoma hederacea). Prachtig bloemetje maar door vele verguisd als onkruid. Familie Lipbloemigen. Geweldige nectarplant voor insecten (vooral Hommels). Langs Spartasportvelden volop bloeiend, maar ook elders (heel algemeen).
Ooievaars.
Gemeente heeft op de “Grote Speelweide” in Schollebos een paar populieren gekandelaberd (alle zijtakken gesnoeid, alleen de hoofdtakken blijven), dit om duurzame bomen in de bosrand ernaast meer licht te geven. Kort erna kwamen er steeds vaker 2 ooievaars op te zitten, wat voor de gemeente aanleiding was om een kunstnest te plaatsen. Hier worden nu regelmatig ooievaars op gezien. In Capelle tot heden 2 paartjes ooievaars die broeden op de nestpalen langs de ’s Gravenweg. Deze foerageren regelmatig op de Spartasportvelden en de Grote Speelweide in Schollebos. Het is dus niet zeker of hier een 3e paar ooievaars gebruik zullen maken van dit kunstnest. Afwachten dus.
Bijenhotels.
Gemeente heeft langs de “Leidingenstrook” (verbinding tussen Pannenkoekenhuis/Bermweg en wijk Schollevaar) meerdere bijenhotels aan lantaarnpalen aangebracht. Gemeente is echt bezig om in Capelle groen en biodiversiteit een boost te geven! Om deze actie succesvol te laten worden is echter meer nodig: de groenstroken ernaast ecologisch maaien en bevorderen/aanplanten van drachtplanten! Ook is het niet zeker of ze hufterproof zijn (ze kunnen er zo afgeslagen worden). Een mooi initiatief en goed bedoeld!
Huftergedrag. Ik had het al over het oogsten van Daslook. Gemeente heeft bij de hoofdentree van Schollebos (bij pannenkoekenhuis) op 3 gazons vele honderden bloembollen geplant en insectenvriendelijke plantenzaden gezaaid. Helaas zijn de bloembollen voor meer dan de helft verzopen door het extreem natte weer. Maar voor iemand geen beletsel om toch maar een boeketje bloemen te plukken om die daarna na 100 meter weg te gooien.
Dode Sperwer.
Mijn vrouw vond in Schollebos deze dode sperwer (mannetje) in het gras langs de “IJsvogelvijver”. De Sperwer broedt in Capelle bijna steeds met 2 paartjes, meestal in Schollebos, maar soms bijv. ook in Wegelingparkje en de Heemtuin langs de ’s Gravenweg. Sperwer is een standvogel, dus dit is een groot verlies. Oorzaak is onbekend. Het kadaver vertoonde geen uitwendige verwondingen, was mager en al enige tijd dood (stonk, ingevallen ogen). Het kopje hing slap op de romp. Gebroken nek? Vogelgriep? Hoe kwam die daar te liggen? Wachten op een nieuwkomer dus.
Lente ! Geef oren en ogen de kost!
Afgelopen donderdag 14 maart de eerste teruggekeerde Tjiftjaffen uit hun overwinteringsgebieden (Zuid-Europa en Afrika). Zij komen in groepen ’s nachts weer terug om zich hier weer voort te planten en zijn daarom opeens weer overal te horen met hun staccatozang “Tjiftjiftjaf” (een onomatopee: hun naam is vernoemd naar het geluid dat zij maken). Kleine trekvogels trekken meestal ’s nachts: overdags kunnen ze dan weer foerageren en uitrusten; bovendien hebben ze ’s nachts geen last van roofvogels.
Tjiftjaf (Phylloscopus collybita). Algemene broedvogel, ook in Capelle. Broedt op de grond tussen struiken. Een insecteneter (spits snaveltje). Steeds vaker overwinteren ook tjiftjaffen in Nederland (klimaatopwarming!).
De eerste vlinders. Vlinders overwinteren hier als rups, pop, of volwassen vlinder (imago), maar sommige zelfs in Zuid-Europa en zelfs Noord-Afrika (trekvlinders). De eerste vliegende vlinders in het voorjaar zijn de vlinders die als imago hier overwinterd hebben. Zij verscholen zich in dichte vegetatie, in schuurtjes, e.d. De allereerste was al 2 weken terug gezien: Citroenvlinder. Nu met dit uitzonderlijk zachte voorjaar zijn ook al Dagpauwoog, Gehakkelde Aurelia en Kleine Vos gesignaleerd.
Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni). Grote citroenkleurige vlinder. Waardplanten (waar eitjes op afgezet worden) zijn Sporkehout (Frangula alnus) en Wegedoornsoorten (Rhamnus).
Ook Hommelkoninginnen hebben hun overwinteringsplekken verlaten om eerst voedselbronnen op te zoeken en daarna een plek te zoeken voor het stichten van een nieuwe kolonie. Alle hommels van hun vorige kolonies zijn in het najaar overleden, alleen de koningin overwintert. Nu vliegende hommels zijn dan ook allemaal koninginnen.
Aardhommel (Bombus terrestris).
Hommels zijn in voorjaar eerder actief dan bijen: zij hebben een dikke jas! Hun kolonies bestaan uit (vele) tientallen exemplaren, vaak ondergronds in bijv. verlaten muizenholletjes.
Veel vroegbloeiende planten en struiken.
Klein Hoefblad (Tussilago farfara). Vroege lentebode, maar nu al weer bijna uitgebloeid. Een composiet (samengestelde bloem: elk lintje is een aparte bloem!). Algemeen. Bloeit voordat de bladeren er zijn met “koppie” recht omhoog. Na de bloei gaat “koppie” hangen, maar als het pluiszaad rijp is om door de wind verstoven te worden gaat het “koppie” weer rechtop. Op deze foto alle 3 stadia te zien.
Sleedoorn (Prunus spinosa). Een inheemse struik, maar in Schollebos veel aangeplant. Een pruimensoort met in najaar blauwe bessen. Bloeit normaliter pas in april, maar nu al sinds begin maart en hier en daar al weer bijna uitgebloeid. Langs de sportvelden van Sparta nu nog volop bloeiend.
Bosanemoon (Anemona nemorosa). Inheemse plant en in Schollebos aangeplant. Bij donker en nat weer sluiten de bloemetjes zich (vorm van energiebesparing). Familie Ranonkelachtigen net als de volgende 2 soorten die nu ook al bloeien.
Gewoon Speenkruid (Ficaria verna). Bloeit nu volop in gazons in heel Capelle. Hebben een soort wortelknolletjes die lijken op tepels (“speen” = tepel).
Gewone Dotterbloem (Caltha palustris palustris). Algemene inheemse plant, maar in Schollebos door SNC vooral aangeplant langs westrand Schollebos. Typisch Nederlandse oeverwaterplant.
Vingerhelmbloem (Corydalis solida). Inheemse plant, maar in Schollebos als “Stinseplant” uitgeplant. Papaverfamilie. Nu volop bloeiend op enkele plaatsen in Schollebos
Ander nieuws:
Gemeente heeft Kenniscentrum Insecten (“EIS“) vorig jaar opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar het voorkomen van Wilde Bijensoorten en Zweefvliegen in Schollebos en omgeving. Doel: onderzoeken in hoeverre de Honingbij (Apis mellifera) van imkers als bestuivers van planten en gewassen een bedreiging vormt voor deze medebestuivers in kader van behoud van biodiversiteit. Het is een heikel onderwerp waarbij imkers van honingbijen soms lijnrecht tegenover ecologen staan. Ook een serieus EU-item! Dit onderzoek is inmiddels afgerond. De resultaten mogen in vergelijking met enkele andere gemeentes in Nederland verrassend worden genoemd. In totaal zijn 61 soorten wilde bijen en 60 soorten zweefvliegen gevonden, waarvan 6 op de Rode Lijst staan (bedreigd) en 4 zeldzaam. De Honingbijen waren qua aantallen weliswaar duidelijk in de meerderheid, maar vergeleken met andere gemeentes was de verhouding voor wilde bijen en zweefvliegen gunstiger. Naast het advies om niet meer dan 3 bijenkorven per km2 toe te staan, neemt SNC ook de andere adviezen van EIS ter harte, want daar pleitten wij altijd al voor: ecologisch maaibeleid en versterken van ecologische verbindingszones. Afwachten dus voor verder gemeentebeleid.
Ter bevordering van wilde bijen gaat gemeente langs het fietspad Pannenkoekenhuis-Schollevaar (“Leidingenstrook”) op belendende bomen bijenhotelletjes aanbrengen voor wilde bijensoorten.
Gemeente heeft Hogere Agrarische School (HAS) in ’s Hertogenbosch benaderd om studenten in te schakelen voor hun afstudeerproject met Schollebos als pilot. Vijf enthousiaste studenten gaan dit op zich nemen. De vragen van gemeente waarop zij antwoorden en inzichten verwacht zijn behoorlijk complex en teveel om hier diep op in te gaan, maar in het kort gaat het om de volgende items: Beheer bospercelen/houtopstanden/gras, Flexibel Waterpeil, Plukgroen, Zonering Hondenlosloopgebieden, Parkregels, Routes en Bebording, Educatie en Voorlichting. SNC heeft zich beschikbaar gesteld om de studenten van informatie en adviezen te voorzien (tot heden nog geen contact). Afwachten dus.
SNC gaat ook deze zomer weer testen op Blauwalg bij het Hondenstrandje in Schollebos. Gemeente betaalt de testen en plaatst een nieuw bord. Dit bord kan door SNC met een sleutel dicht gemaakt worden (= geen blauwalg). Blauwalg is niet alleen een gevaar voor honden, maar ook voor kinderen die vaak met hun hond daar in het water spelen.
SNC heeft in vergadering met gemeente de wenkbrauwen opgetrokken bij de kaalslag van een paar bospercelen langs de Bermweg. Deze percelen bestonden uit 100% essen waarvan een ons onbekend percentage was aangetast door de Essentaksterfte. Een enkele es mocht kennelijk blijven staan, maar dat slaat helemaal nergens op. Ook gemeente schrok van dit kale aanzicht en gaf te kennen om hier wat steviger herplant toe te passen. Ook dit maar weer in de gaten houden…
Rectificatie
Eerlijk is eerlijk:
Ons medebestuurslid John Renirie heeft verder onderzoek gedaan naar het vleermuizenverhaal in mijn laatste blog over renovatiewerkzaamheden in Aida (en naar blijkt ook in Arabella). Het blijkt dat er wel degelijk een onderzoek is gedaan naar het voorkomen van vleermuizen door een ecologisch adviesbureau en dat daarbij 7 verblijfplaatsen van 3 vleermuissoorten zijn vastgesteld. Havensteder heeft een aannemer de opdracht verleend. Daarop is door de aannemer bij de regio Haaglanden een ontheffing aangevraagd van de Natuurwet (al in 2022!) om deze verblijfplaatsen opzettelijk te mogen verstoren bij die werkzaamheden. Havensteder blijft wel als opdrachtgever eindverantwoordelijk voor dit renovatieproject. Haaglanden heeft deze ontheffing verleend op voorwaarde dat “mitigerende” maatregelen (= een soort compensatie) worden getroffen. De werkzaamheden betreffen nieuw voegwerk en nieuwe muurankers. De spouwruimtes (waar de vleermuizen verblijven) worden niet geïsoleerd en blijven open. Die “lullige vleermuiskastjes” (zie foto) blijken geen vleermuiskastjes te zijn, maar een model “Exclusion Flaps” die sprekend lijken op een echt vleermuiskastje. Deze Exclusion Flaps zorgen ervoor dat de vleermuizen de opening in de gevel waar zij gebruik van maken wel uit kunnen vliegen voor en tijdens de werkzaamheden, maar niet meer erin. Ter compensatie worden in de omgeving wel echte vleermuiskasten opgehangen wat ook is gebeurd.
De aanwezige broedplekken van de Gierzwaluw (onder dak) worden gelukkig niet aangetast door de werkzaamheden mede door het tijdstip van die werkzaamheden (zij komen laat terug uit Afrika).
Tot zover de correctie. Allemaal volgens de bestaande regels en wetgeving. De vraag is echter nog steeds of met de reparatie van het voegwerk de toegang tot de spouwruimte al dan niet definitief verloren is en er weer 7 verblijfplaatsen van vleermuizen verloren zullen gaan (zeker de Gewone en Ruige Dwergvleermuis hebben genoeg aan een spleetje ter breedte van een voeg om in de spouw te komen). Ook de vraag of verdreven vleermuizen echt gebruik zullen maken van de tijdelijke vleermuiskasten die als “mitigerende maatregel” in de omgeving zijn opgehangen (die mogen na 1 jaar weer verwijderd worden als er aantoonbaar geen vleermuizen in huizen). De enige echt mitigerende maatregel blijft mijn inziens het inmetselen van vleermuisverblijfplaatsen in de buitenmuur. Men kan dan zelfs de spouwmuren isoleren zonder ze te verstoren! En tot slot: worden zulke vergunningaanvragen binnen de gemeente gepubliceerd?? SNC leest alle gemeentelijke vergunningen, maar deze was ons echt onbekend. Vanaf medio dit jaar wordt in het Bouwbesluit opgenomen dat nestgelegenheid een standaardvoorziening wordt in nieuwbouw. Nu ook nog graag bij renovaties, anders gaat het met de vleermuizen net als met de huismus waarvan de populatie sinds 50 jaar mede door bouwbesluiten al meer dan gehalveerd is!
Van alles en overpeinzingen
Onze winterexcursie was geslaagd. Enthousiaste deelnemers, goed weer. Bij de start bij Pannenkoekenhuis zagen we al 2 buizerds boven het Spartasportveld vliegen. Ik was net aan het vertellen over het wel en wee van de Capelse ooievaars toen er 1 over kwam vliegen!! Het ooievaarspaartje dat al meerdere nesten heeft voortgebracht blijft ook ’s winters hier. Je kan ze vaak samen zitten op een lantaarnpaal bij kruising Couwenhoekseweg en Rijckevorselweg. Steeds meer vogelsoorten overwinteren hier en trekken niet meer naar Afrika om daar te overwinteren. Waarom zouden ze? Vandaag 16 graden in midwinter! De meeste elfstedentochten waren in februari!
Tijdens de excursie een (voor mij) nieuwe soort, dankzij Marienke:
Viltig Judasoor (Auricularia mesenterica). Net als het Echt Judasoor (Hirneola auricula-judae) een vertegenwoordiger van de Trilzwammen (Tremales). Qua uiterlijk lijkt het niet op een trilzwamsoort, maar het is er echt een: een gelatineus vruchtlichaam als een drilpudding. Matig algemeen.
Paddentrek (foto Jurriaan Koot). De paddentrek is nu al begonnen. Jurriaan (bestuurslid SNC) maakte deze foto in Schollebos afgelopen week. De Gewone Pad (Bufo bufo) houdt een soort winterslaap in verborgen ruimtes onder de grond, in oude mollengangen, kapotte riolen, enz., soms op honderden meters afstand van hun geboortewater. Als de temperatuur in voorjaar boven de 8 graden komt, komen ze tevoorschijn om naar hun geboortesloot of -vijver te trekken. Tijdens die nachtelijke trek moeten ze vaak wegen oversteken wat veel padden het leven kost.
Vorige week een melding van een Roerdomp in Schollebos:
Roerdomp (Botaurus stellaris; archieffoto SNC). ’s Winters regelmatige waarnemingen van rondzwervende Roerdomp in Schollebos. Zeer schuwe reigersoort met schitterende camouflagekleuren in rietkragen, maar in Schollebos ook in Kleine Lisdodde-kragen (noordkant “Grote Vijver”) zoals deze waarneming en archieffoto. Bij mogelijk onraad verstijft de vogel in de zogenaamde paalhouding: strak omhoog met snavel hemelwaarts waardoor zijn camouflage het meest tot zijn recht komt. Geen broedvogel Capelle, maar wel Rottemerengebied en Hitland.
Scholekster (Haematopus ostralegus; foto Vogeldagboek.nl). In Capelle een broedvogel op platte daken. Trekt tegen de winter weg richting strand. Nu al weer terug. Oorspronkelijk een kustvogel, daar verdrongen (toerisme) en uitgeweken naar akkers en weilanden en daar ook weer verdrongen (intensieve landbouw) en min of meer een stadsvogel geworden (in Capelle bijna in alle wijken). Eet hier vooral regenwormen in plantsoenen. De kustvogels aten schelpdieren waarvan ze met hun aangepaste snavel de sluitspieren doorsneden. De snavelvorm in stedelijk gebied is veranderd omdat dat niet meer nodig is. Evolutie in een notendop. Maar waar houdt het op? Telkens als ik hun “TpieTpie” hoor als ze overvliegen krijg ik medelijden: zij horen niet thuis in de stad! Het zijn vluchtelingen, net als vele andere diersoorten die het kale platgeslagen platteland ontvluchten en wanhopig in de stad nog een heenkomen proberen te vinden. Klinkt bekend? De stad wordt daarmee steeds meer een eindstation, maar moet daarom ook een bron voor herstel van dat platteland worden! Elke gemeente dient zich hiervan bewust te zijn en een stads-ecologisch beheer te voeren…..
In dit kader spreek ik daarom ook HAVENSTEDER aan bij renovaties en isolatieprojecten zoals hier bij Aida in Schollevaar, maar ook in Schenkel. Als een particulier zijn spouwmuren wil isoleren, moet hij wettelijk eerst een duur onderzoek laten doen naar het voorkomen van Vleermuizen. Havensteder trekt zich daar niks van aan en gaat gewoon haar gang, totdat o.a. SNC aan de bel trok.
Havensteder reageerde met het ophangen van een paar krakkemikkige vleermuiskastjes wat nergens op sloeg: vleermuizen die spouwmuren als verblijfplaatsen hebben gaan NOOIT in zo’n lullig kastje hun nieuwe tehuis zoeken.
Bij aanwezigheid van vleermuizen en plannen voor spouwmuurisolatie is voor zo’n miljoenenbedrijf een eenvoudige oplossing: in muren vleermuizenverblijfplaatsen inmetselen. Kosten voor Havensteder geen drol! Waarom in vredesnaam die ONWIL? Sterker nog: waarom zelfs de WETGEVING negeren?? Kortom: het wordt hoogste tijd dat gemeente en Havensteder de koppen bij elkaar steken om NATUURINCLUSIEF te bouwen en renoveren. De burger wel en overheid niet gehouden aan wetgeving?
Midwinter
Het is midwinter, maar alweer temperaturen ruim boven gemiddeld. De eerste lentebodes verschijnen al.
Gele Kornoelje (Cornus mas). In Schollebos aangeplante struik. Bloeit op de kale takken. Nu al in half januari in bloei (normaliter pas in februari).
Winterakoniet (Eranthis hyemalis). Een Stinseplant, oorspronkelijk uit Midden en Zuid-oost Europa. In oostelijk Schollebos langs Nieuwerkerkse Tocht aangeplant en nu bloeiend. Familie Ranonkelachtigen (net als bijv. boterbloem).
Sneeuwklokje (Galanthus woronowii). Volop bloeiend op diverse plaatsen in Schollebos. Ook een Stinseplant oorspronkelijk afkomstig uit Klein Azië.
De gevleugelde wintergasten verdwijnen langzaam uit onze contreien, maar soms worden er af en toe nog wat gezien. De Barmsijsjes waren nog enige tijd aanwezig, maar hebben Capelle weer verlaten. Hier en daar nog enkele Slobeenden.
Grote Gele Kwikstaart (Motacilla cinerea). Paul Sinnema betrapte dit fraaie vogeltje op plat dak in de wijk Schollevaar vanuit zijn woning. In Nederland verreweg alleen als wintergast aanwezig.
Slobeend (Anas clypeata; foto Gerrit Lammers).
Bergeend (Tadorna tadorna; foto Gerrit Lammers). Gerrit ontdekte deze fraaie eend in weiland langs de Schollevaartse Tocht. Broedvogel Nederland (broedt vooral in verlaten konijnenholen langs kuststreken), maar ook trekvogel.
Werkzaamheden Schollebos.
De kapwerken voor dit winterseizoen zijn aan het eind gekomen. Het ziet er nu op veel plekken nogal armzalig en kaal uit. Echter voor de lente aanbreekt worden er zo’n 700 nieuwe bomen en struiken geplant. Voor het merendeel werden zieke en dode Essen gekapt. Deze worden vervangen door andere soorten: meer variatie zorgt voor minder bevattelijkheid voor boomziektes en meer biodiversiteit. Op de grote speelweide zijn enkele grote abelen gekandelaberd (gesnoeid tot alleen de grote zijtakken overblijven) omdat ze of duurzame bomen in belendend bosseizoen het licht ontnemen, of vanwege gevaar van takbreuk.
Op plaatsen waar duikers zijn vervangen worden de kale grondstroken op advies van SNC ingezaaid met kruidenrijk graszaadmengsel.
SNC heeft gemeente aangesproken op wateroverlast op het fietspad langs de leidingenstrook (vanaf pannenkoekenhuis richting wijk Schollevaar). Lastig voor scootmobiels (die slaan dan af!), maar ook voor overstekende voetgangers. Langs de bermen worden nu door gemeente ondiepe goten gegraven om overtollig water te bergen. Resultaat afwachten.
Nationale Tuinvogeltelling.
In Nederland hebben 113.976 deelnemers meegedaan. Er werden totaal 1.606.415 vogels geteld! Op 1e plek weer de Huismus (maar sinds 1980 is de populatie meer dan gehalveerd!). Als goede tweede de Koolmees, die het steeds beter doet. In Capelle 357 deelnemers met 4.153 getelde vogels en de Koolmees aan top, de Kauw als tweede en de Huismus slechts als derde. Zelf heb ik een heel groene grote achtertuin met vijver, maar in 45 jaar geen mus gezien! Wel veel andere soorten. Voor meer info: vogelbescherming.nl.
Uit de oude doos:
Ik doe ’s winters aan vogelvoedering. In 2015 een bijzonder tafereel:
Prachtrosella (Platycercus eximius), Halsbandparkiet (Psittacula krameri) en “jaloers” toekijkende vrouw Fazant (Phasianus colchicus). De Rosella bivakkeerde toen ruim 1 jaar in Schollebos waar die als eenzaam individu het gezelschap volgde van Halsbandparkieten; ongetwijfeld een ontsnapt exemplaar en oorspronkelijk uit Australië. Daarna verdwenen…
Drukte in vogelland
De extreme nattigheid heeft eindelijk plaats gemaakt voor heuse vrieskou, alhoewel dat waarschijnlijk niet zo lang zal duren. Opvallend is dat bij die vrieskou altijd veel meer vogelactiviteit is te zien. De afgelopen dagen waren voor vogelaars een feest.
Momenteel steeds vaker groepen met Barmsijzen in Capelle te zien. Er is landelijk sprake van een heuse invasie van deze wintergast uit Noord- en Oost Europa. De grootste groep (meer dan 100!) tot nu toe was even te zien in mijn achtertuin en even later in Schollebos. Frank Oling stapte meteen op de fiets om deze drukke baasjes op foto vast te leggen.
(Grote) Barmsijs (Carduelis flammea; foto’s Frank Oling).
Vooral te zien in elzen, waar ze de zaadjes uit de elzenproppen peuteren, net als de puttertjes (zie onder). Vinkenfamilie. Zaadeter: kegelvormige snavel.
Putter (Carduelis carduelis; foto Vogeldagboek.nl).
Paar keer per week zie ik een groepje puttertjes in mijn achtertuin zaadjes zoekend in de elzenproppen zoals hier op de foto van Adri de Groot. Vanwege hun voedselwaarde in de winter heeft SNC bij gemeente gevraagd om na de kap van zieke essen bij herplant in Schollebos meer elzen aan te planten. Elzen kunnen ook veel beter tegen natte grond. Broedvogel Capelle. Vinkenfamilie. Zaadeter: kegelvormige snavel.
Grote Gele Kwikstaart (Motacilla cinerea; foto Gerrit Lammers). Gerrit betrapte dit fraaie vogeltje in Schollebos. Hoewel een zeldzame broedvogel in Nederland, de winterwaarnemingen betreffen vrijwel uitsluitend wintergasten uit Noord- en Oost Europa. Bijna elke winter wel incidenteel gespot in Capelle. Sterk watergebonden als broedvogel (snelle beken, rivieren, maar ook ’s winters meestal langs water zoals hier op foto. Insecteneter (spits snaveltje).
Houtsnip (Scolopax rusticola; foto Vogeldagboek.nl). Meerdere waarnemingen in Schollebos, maar niet zeker dat het dan ook gaat om meerdere exemplaren. Broedvogel van voornamelijk oost-Nederland, maar hier alleen als wintergast uit vooral Noord- en Oost Europa. Erg schuw en meestal gezien als ie opgeschrikt wordt (net als fazant) waarna ie zigzaggend tussen de bomen door wegvliegt. Hoofdvoedsel: regenwormen.
Dodaars (Tachybaptus ruficollis). Ook voor Capelle een wintergast, hoewel in Nederland toch een broedvogel. Afgelopen paar weken af en toe gespot in Schollebos. Kleinste fuutsoort. Erg schuw: zwemt meestal kort onder met riet begroeide oevers van vijvers en Nieuwerkerkse Tocht en duikt snel onder als ie zich bespied voelt. Voedsel bestaat voornamelijk uit waterinsecten en daarom is een goede waterkwaliteit een eerste vereiste. Tot slot: het is “Dod-aars” en niet “Do-daars”: “Dod” verwijst naar de witte verenpluim aan hun achterste “Aars”.
Verder waren te zien/horen: Grote Zilverreiger, Koperwiek, IJsvogel, Buizerd, Sperwer, Bosuil, Heggenmus, Grote Bonte Specht, Groene Specht, enz. In de namiddag regelmatig overtrekkende, luid gakkende Grauwe Ganzen in V-formatie op weg naar hun nachtelijke rustplaatsen.
Naast dit vogelgeweld ook nog leuke paddenstoelen in Schollebos (zie ook vorige blog: Rode Kelkzwam):
Gewone Wimperzwam (Scutellinia scutellata; foto Jurriaan Koot). Een klein zwammetje (2-12 mm in doorsnee) vaak over het hoofd gezien, maar algemeen op rottend hout in vochtig bos. Vorm als een klein kussentje (geen steel). Aan de buitenrand getooid met zwarte “haren” = “Wimpers”.
Gewoon Fluweelpootje (Flammulina velutipes). Echt een wintersoort. Op dode stammen en stronken van loofbomen, algemeen. De steel is fluweelachtig, zwart in top uitlopend in geel.
De dagen lengen weer
Het is inmiddels kerst als ik dit schrijf. De kortste dag – het begin van de astronomische winter , 21 december – is al weer achter de rug en de dagen beginnen weer te lengen. 2023 wordt waarschijnlijk het natste jaar ooit gemeten. Een echte witte kerst is heel lang geleden.
SNC heeft niet stilgezeten. Er waren diverse vergaderingen met gemeente. Ook met gemeente een rondgang door het deel van Schollebos waar in januari weer bomen gekapt moeten worden (ziek of dood). Met vrijwilligers vogelnestkasten geïnspecteerd en schoongemaakt.
Het was koud en nat. Van de 28 mezenkasten die afgelopen jaar door gemeente in Schollebos zijn geplaatst waren er 25 nesten met duidelijke nestbouw. 3 Nestkasten bevatten geen nestmateriaal, maar in 2 ervan wel tientallen overwinterende Lieveheersbeestjes in een soort winterslaap (“Torpor”). In een paar bebroede nestkasten troffen we ook een dode nachtvlinder aan met meerdere lege poppen (soort niet meer te achterhalen). In 2 nesten troffen we nog een niet uitgekomen eitje aan. De nestkastjes zijn alle mezenkastjes en vooral opgehangen aan eiken i.v.m. biologische bestrijding van de eikenprocessierups. Een succesvolle actie!
Veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje (Harmonia axyridis). Deze verzameling in het nestkastje maakt zijn naam “veelkleurig” duidelijk. Helaas een invasieve exoot en een agressieve rover die o.a. de larven van andere lieveheersbeestjes opvreet. Daarnaast is hij ook drager van een voor andere lieveheersbeestjes dodelijke schimmel waarvoor hij zelf immuun is. Inmiddels helemaal ingeburgerd en bestrijding ervan niet te doen. We hebben dan ook deze gespaard en niet gedood en niet verwijderd.
Een 2e groepje vrijwilligers heeft diezelfde dag bramen gesnoeid en knotwilgjes geknot in de vlindertuin. Het onderhoud in de vlindertuin willen we komend jaar intensiveren, want nog steeds is de rietgroei nog niet onder de knie. Bovendien een nieuwe woekeraar erbij: haagwinde (“piespotjes”). Aanhouder wint….. Na afloop met beide groepjes lekker opwarmen en opdrogen in Pannenkoekenhuis onder het genot van een drankje.
Dan typische winterwaarnemingen afgelopen weken:
Slobeend (Anas clypeata). Weliswaar een Nederlandse broedvogel van polders, maar in Capelle alleen in winter te zien. Dichtstbijzijnde broedplek is Hitland, maar heel spaarzaam. Afgelopen paar weken in kleine of grotere groepen te zien op de grotere vijvers in Schollebos. De mannetjes zijn werkelijk schitterend van kleur zoals op deze foto. Man en vrouw hebben een bijzondere lepelvormige snavel waarmee ze voedsel slobberen net onder het wateroppervlak. Groepjes herken je al van verre: bij het voedsel zoeken draaien ze rondjes om elkaar heen (waardoor voedsel omhoog komt?).
(Grote) Barmsijs (Carduelis flammea). Een familielid van de Vinken (Fringillidae) en uitsluitend ’s winters in Nederland te zien. Deze winter een invasie van deze prachige wintergastjes uit Noord-Skandinavie en verder oostelijk Europa al een paar weken in Capelle gespot. Groepjes en groepen in Schenkel en Schollevaar. Vaak foeragerend op de zaadjes in de elzenproppen van afgelopen jaar.
Rode kelkzwam (Sarcoscypha coccinea;foto Marienke Favier).Deze vrij zeldzame zwam is de laatste jaren steeds op enkele plaatsen in Schollebos te bewonderen, meestal vanaf half januari, maar nu dus een paar weken eerder. Groeit op dode takken van loofbomen die half begraven in vochtige, voedselrijke grond liggen.
Grote Zilverreiger (Casmerodius albus; archieffoto). Deze statige reiger is nu regelmatig te zien tussen Rijckevorsselweg en ’s Gravenweg en in Schollebos. Broedvogel in Oostvaarderplassen en enkele andere natuurgebieden in Nederland. Na de broedtijd uitzwermend naar vooral polders. Ook veel wintergasten uit Oost-Europa.
Overige waarnemingen:
Hermelijn (Mustéla erminea; foto Gerrit Lammers). Gerrit betrapte hem aan de rand van de Capelse Golfbaan langs de Ringvaart (langs de Ringvaart loopt een leuk wandelpad). Zelf ooit zo’n 43 jaar geleden 1x een hermelijn gezien bij de ingang van toen-nog-niet-aangelegd Schollebos. Ontzettend leuk dat hij toch nog (of weer?) in Capelle voorkomt! Verwarring is mogelijk met Wezel, maar Hermelijn is groter, heeft zwarte staartpunt en is goede zwemmer (wezel zwemt zelden). Normaliter verwisselt de hermelijn zijn bruine bovenvacht ’s winters voor een witte vacht, waardoor hij – op staartpunt na – geheel wit is. Maar naarmate de winters zachter worden (Klimaat!) zien we ook ’s winters steeds vaker een blijvende bruine bovenvacht. Met deze waarneming is het huidige bestand van marterachtigen gestegen tot 3: Wezel, Bunzing, Hermelijn! Allemaal furieuze killers van allerlei knaagdieren (tot hazen en konijnen toe!) en vogels.
De Bosuil (Strix aluco) wordt nu ’s avonds regelmatig gehoord (Schenkel, oost-Schollebos).Al jaren een vaste broedvogel in Capelle. Broedt heel vroeg, soms al in januari, en begint dus ook nu al avances te maken.
Tot slot: de eekhoorns in Oostgaarde. Ik heb de foto opgestuurd naar de Zoogdierenvereniging Nederland. Er was namelijk binnen onze waarnemingsappgroep twijfel ontstaan of het werkelijk om onze inheemse Rode Eekhoorn ging. Deze is qua uiterlijk namelijk vrijwel identiek aan de Japanse Eekhoorn (commercieel verhandeld als huisdier). Antwoord: niet op uiterlijk definitief te onderscheiden, alleen DNA-onderzoek geeft uitsluitsel. Mijn conclusie: vrijwel zeker ontsnapte of gedumpte Japanse Eekhoorns, want een spontane vestiging van 2 (!) exemplaren van onze inheemse eekhoorn is vrijwel uitgesloten (zie vorige blogs).
Taaie leesstof, maar oproep aan SNC-volgers en de politiek!
Dit keer geen mooie foto’s en natuurnieuwtjes, maar een serieus onderwerp over de toekomst van Capelle.
Gemeente Capelle maakt steeds meer werk van samenwerkingsverbanden met natuurorganisaties op lokaal niveau (bravo!). SNC is daarbij steeds een hoofdrolspeler. SNC heeft nu regulier overleg met gemeente op 3 niveau’s , alle onder de regie van afdeling StadsBeheer (SB):
1) “1-op-1” overleg SNC-Gemeente
2) Als deelnemer aan “Vrienden van het Schollebos” (meerdere stakeholders, niet altijd natuurgerelateerd).
3) Als deelnemer aan “Capels Natuurnetwerk” (natuurorganisaties in Capelle)
Voor SNC levert dit vaak dubbel of zelfs driedubbel werk op, want in al dit overleg ventileren we natuurlijk steeds onze zelfde visies en wensen. Toch moeten we erbij blijven, want zonder tegengeluid of (!) juist ook instemming zetten we ons zelf buitenspel. SNC probeert altijd om constructief mee te denken met ontwikkelingen die van gemeentezijde worden geïnitieerd die gevolgen kunnen hebben voor de natuur in Capelle. De samenwerking met SB gaat steeds beter met positieve natuurresultaten.
Maar recent heeft afdeling Stadsontwikkeling (SO) van de gemeente een nieuw project gelanceerd: SoortenManagementPlan (SMP). Aan deelnemers van het Capels Natuurwerk is door SO gevraagd om hierover mee te brainstormen en data te leveren over het voorkomen van beschermde soorten in de Capelse wijken. Beetje vreemd, want het beschermen van beschermde soorten en bevorderen van biodiversiteit ligt eerder bij de afdeling Stadsbeheer (SB).
SO initieert natuurlijk niet voor niets dit plan. Ondanks dat Capelle tot haar gemeentegrenzen is volgebouwd moeten er nog steeds minstens (!) 7000 of meer dan het dubbele daarvan aan woningen bijkomen, deels door nieuwbouw, deels door inbreiding, deels door oude woningen/gebouwen te slopen en te vervangen door nieuwbouw (veel hoogbouw). (Vraag: is dit een wens van SO of het college?). Bij deze bizarre extra woningbouw loopt de gemeente (SO? College?) vaak op tegen natuurwetgeving. Ook bij duurzaamheidsprojecten zoals spouwmuur- en dakisolatie is dat het geval: eerst moet een gedegen onderzoek gedaan worden naar het voorkomen van vleermuizen of andere beschermde diersoorten. Om te voorkomen dat voor iedere keer per woning of straat zo’n onderzoek moet worden aanbesteed (wat een kostbare zaak wordt), wil de gemeente (of SO alleen?) nu een gebiedsgericht onderzoek in heel Capelle doen naar het voorkomen van beschermde soorten die in woningen/gebouwen hun nest-/verblijfplaatsen hebben. De daardoor ontstane database zal die beschermde status van soorten vastleggen (die status hadden ze sowieso al, dus is GEEN WINST!), maar anderzijds voor de “bouwers”/”betonboeren” handvatten leveren op grond waarvan zij al dan niet ontheffing kunnen verkrijgen om tòch te kunnen bouwen of isoleren. Naast de vraag aan ons om bij te dragen aan die database, heeft gemeente ook een ecologisch adviesbureau ingeschakeld. SNC heeft zich bereid verklaard om haar gegevens te delen, maar wij roepen ook al onze natuurvolgers op om data aan ons door te geven: immers hoe minder gegevens over beschermde soorten er worden vastgelegd, des te meer kunnen de “betonboeren” rustig hun gang gaan. Argumenten van SO en adviesbureau (wiens brood men eet, diens woord men spreekt?) als zouden zij juist de biodiversiteit hiermee willen bevorderen verwijzen we naar de Fabeltjeskrant. Dus: weet u in uw straat/buurt/wijk plaatsen waar in/aan/op/in de buurt van woningen/gebouwen/schuren/garages, e.d. de volgende soorten voorkomen of regelmatig gezien worden:
- Vleermuizen
- Huismussen
- Huiszwaluwen
- Gierzwaluwen
- Boerenzwaluwen
- Scholeksters (broeden op platte daken!)
- Kauwtjes (broeden in o.a. (oude schoorstenen, dakgoten)
Stuur dan uw waarnemingen/kennis op naar voorzitter@natuurvriendencapelle.nl met vermelding van straat/buurt/wijk.
Alleen wat isoleringsprogramma’s van woonhuizen betreft kan SNC dit project ondersteunen (Status Quo qua nieuwbouw). Blijft onze vraag wat dit bouwen betreft: Wanneer is genoeg genoeg? Dit is een vraag aan de politiek. Al zo’n 15 jaar geleden constateerde gemeente zelf al dat de grenzen waren bereikt en men moest overgaan van een bouwgemeente naar een beheergemeente. Niets lijkt erop tot nu toe! De bouwintenties voor 7000 tot 17.000 extra woningen is echt te gek voor woorden! Dit Soortenmanagementplan is o.i. puur gebaseerd om zoveel mogelijke hindernissen weg te nemen om maar door te kunnen bouwen! Vraag ook aan uw politieke partij wat zij ervan vinden! Capelle: “Leefbaar?”, “Groen?”, “Duurzaam?”, “Beton?”, “Kan het wat minder?”.