Lente zet door
Donderdag 20 maart is de astronomische lente begonnen (de meteorologische lente al op 1 maart). De natuur houdt zich niet aan precieze data (maart roert zijn staart en april doet wat hij wil – u kent deze natuurlijk wel), maar de lente is nu al door het mooie weer in volle gang. De voorjaarstrek van onze trekvogels is volop gaande: de eerste Tjiftjaffen zijn al weer zo’n 2 weken terug en te horen. Ook de Scholeksters zijn al weer terug. Alle ooievaarsnesten in Capelle zijn weer bezet (vandaag ook die in Schollebos).
Tjiftjaf (Phylloscopus collybita; archieffoto). Overwintert in Zuid-Europa en Afrika, maar steeds vaker trekt hij niet meer weg en is dan ook ’s winters te zien. Moeilijk herkenbaar qua voorkomen, maar onmiskenbare zang: roept zijn eigen naam in staccato (“tji-tji-tja”).
Scholekster (Haematopus ostralegus). Oorspronkelijk een kustbroeder, verdrongen naar akkers en weilanden en vandaar weer naar de stad!! Ze broeden op platte (grint-)daken en zoeken hun voedsel in grasbermen en sportvelden. Eten ze aan de kust vooral schelpdieren (in Engels heten ze Oistercatcher), in het binnenland vooral regenwormen. Hun snavelvorm heeft zich aan deze voedselverandering aangepast.
Grote Zilverreiger (Casmerodius albus) voedsel zoekend langs Volkstuinvereniging Tot Nut en Genoegen (sorry voor de fotokwaliteit).
Een Grote Zilverreiger die al enige weken in en rond Schollebos rondzwerft maakt nog geen haast om naar zijn broedgebied (vooral Oostvaardersplassen) terug te keren en vindt kennelijk hier voedsel genoeg. Grote Zilverreigers zwerven ’s winters veel rond in Nederland, vooral in de polders. Ook overwinteren er vele afkomstig uit oostelijk Europa.
Er bloeien al veel vroegbloeiende planten, vooral Stinseplanten. “Stins” is een Oud-Fries woord voor “Stenen Huis” (in de 17e eeuw konden alleen Kasteelheren, Herenboeren en kloosters zich een stenen huis veroorloven; de grote tuinen werden aangevuld met ingevoerde planten uit vooral MiddellandseZee-gebied: stinseplanten). Maar ook echt inheemse voorjaarsbloemen zijn volop al te zien.
Bosanemoon (Anemona nemorosa)
Hier als stinseplant aangeplant (Schollebos), maar is ook inheems. Behoort tot familie Ranunculaceae (Ranonkel-achtigen) net als o.a. Boterbloemsoorten. Bij slecht of donker weer sluiten de bloemblaadjes zich en vallen ze minder op.
Vingerhelmbloem (Corydalis solida).
Een zeldzame inheemse wilde plant, maar ook deze is destijds in Schollebos aangeplant. Op zonnige plekken nu al in bloei te zien, langs bospaden nog niet. Deze stond langs de Nieuwerkerkse Tocht te schitteren. Behoort tot de Papaverfamilie.
(Gewoon) Speenkruid (Ficaria verna).
Nu massaal bloeiend. Ik word altijd vrolijk bij het zien van de eerste bloeiende, fraaie, gele bloemetjes. Een echt inheemse wilde plant behorende tot de Ranonkelfamilie. Na de bloei verwelken de blaadjes waarna er bovengronds niets meer overblijft. De plant heeft wortelknolletjes (“speentjes”) van waaruit in vroege voorjaar weer nieuwe planten groeien.
Maarts Viooltje (Viola odorata)
Een inheemse plant, maar ook als tuinplant verkrijgbaar en verwilderd. Aan de zaadjes van viooltjessoorten zit een soort eiwitpropje, het “Mierenbroodje”. Mieren zijn hier dol op en nemen de zaadjes mee naar hun ondergrondse nest. Daar wordt het mierenbroodje opgegeten, het zaadje laten ze ongemoeid en kan zo weer uitgroeien tot een nieuw viooltje.
Kleine (links) en Grote Sneeuwroem (Scilla sardensis en Scilla forbesii).
Eigenlijk tuinplanten, maar langs Nieuwerkerkse Tocht ooit aangeplant en nu bloeiend.
Met de hoge temperaturen zien we nu ook de eerste vlinders. De eerste zijn de vlinders die als volwassen vlinder de winter hebben doorgebracht zoals Citroenvlinder, Dagpauwoog, Gehakkelde Aurelia en Kleine Vos. Vlinders die als ei, rups of pop hebben overwinterd komen pas later tevoorschijn. Dan zijn er ook nog trekvlinders zoals Atalanta en Distelvlinder die overwinteren in Zuid-Europa en Afrika en in het voorjaar weer terugkomen.
Dagpauwoog (Aglais io). Overwintert vooral in schuren e.d. Waardplant (plant waarop eitjes worden gelegd en waarvan de rupsen het blad eten) is de Brandnetel. Eerste voedselbronnen van de vroeg vliegende vlinder zijn vooral bloeiende wilgen.
Uiteraard is er nog veel meer te zien/horen/beleven: geef ogen en oren goed de kost! Zo ontdekte Marienke Faviers een (zeer) zeldzame zwam in het Schollebos:
Kardinaalsmutsvuurzwam (Phylloporia ribis).
Groeit aan de voet van de Kardinaalsmuts, een inheemse struik die ook vaak wordt aangeplant. Op zoek naar deze ontdekte zwam was ik er al 2x aan voorbijgelopen!!
Lente in aantocht
De winter is bijna voorbij. Het voorjaar dient zich al aan. In mijn laatste blog schreef ik al dat er deze winter niet echt veel vogelwintergasten te zien waren in Capelle. De afgelopen 2 weken nog wat smienten, enkele dodaarzen en slobeenden, nog steeds groepen koperwieken en 1x een groep sijsjes.
Slobeend (Anas clypeata, man;foto Gerrit Lammers). Een Nederlandse broedvogel, maar hier alleen ’s winters te zien. Nu maar een paar, maar in andere winters soms in groepen van tientallen. Ze zoeken met hun lepelvormige snavel plantaardig voedsel aan het wateroppervlak (“slobberen”). Vooral in zonlicht een beeldschone eendensoort.
Gerrit maakte ook deze foto van een Koperwiek (Turdus iliacus), een echte wintergast van Noord-Europese naaldbossen. Ze komen vooral af op nog aanwezige bessen in struiken, maar zoeken ook in bosplantsoenen in de strooisellaag naar insecten en andere bodembeestjes.
SNC heeft in februari de 30 mezennestkasten in het Schollebos schoongemaakt. Het ontwerp van deze kasten is van mijn zoon Martijn; de gemeente heeft ze laten maken door de praktijkschool Accent (in de wijk Schollevaar). Deze kasten zijn heel eenvoudig te openen en schoon te maken. Slechts in 3 kasten was géén nestmateriaal aanwezig. Het nestmateriaal bestond voornamelijk uit mos en (honden-)haren. In 1 kastje troffen we het skelet van een mees aan. In sommige nesten ook overwinterende lieveheersbeestjes en vlinderpoppen In alle kasten spinnenspinsels.
Onze winterexcursie (15 februari) werd goed bezocht door zo’n 20 deelnemers. Het was goed weer en niet al te koud. Zoals gezegd weinig wintergasten, maar er is altijd genoeg te zien zoals deze Gewone Elfenbankjes op een oude boomstronk en Rode Kelkzwammen (zie ook vorige blog).
In de wijk Schenkel zijn de harde beschoeide oevers van sommige vijvers vervangen door Natuurlijke Oevers: de oevers lopen schuin af tot in het water en langs de watergrens worden matten aangelegd waar oeverplanten in kunnen gaan groeien. Het is ons (nog) niet bekend of die matten al zijn ingezaaid met oeverplanten. Natuurlijke oevers vergroten de biodiversiteit: meer kruiden, meer insecten. Padden, kikkers en salamanders kunnen gemakkelijker aan land komen om op het land te overwinteren. Het is een beleid van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) en gemeente om waar mogelijk harde beschoeiingen zo te vervangen.
Maar nu nadert het voorjaar. Sneeuwklokjes, Krokussen en Gele Kornoelje bloeien volop. Wintergasten trekken al weer weg naar hun broedgebieden in Noord- en Oost Europa. Kool- en Pimpelmees, Zanglijster en Roodborst zingen voluit. Deze week ook de eerste merelzang en de zang van Boomkruiper en Cetti’s Zanger.
Gewoon Sneeuwklokje (Galanthus nivalis). Een stinzeplant oorspronkelijk uit Middellandse Zeegebied.
Krokus (Crocus-sp.)
Aangeplant of verwilderd uit tuinen.
Gele Kornoelje (Cornus mas). Veel aangeplant en verwilderd. Bloeit op de nog kale takken in nawinter en vroege voorjaar.
De ooievaarspaartjes hebben zich weer verenigd en bevestigen hun band met luid geklepper. In Schollebos vaak voedsel zoekend op de Sparta-sportvelden. De nestpalen langs de ’s Gravenweg waren alle 3 weer bezet (2 in Capelle, 1 net in Nieuwerkerk), het nest in Schollebos (nog?) niet. Hopelijk dit jaar wel broedsucces (vorig jaar alle nesten mislukt door zeer natte voorjaar)!
Verder is SNC intensief aan het meeschrijven aan een nieuw gemeentelijk Groenbeleidsplan. Centraal daarbij staat de opdracht om de Biodiversiteit zoveel als mogelijk te stimuleren en vergroten.
Kwakkelen
Ik was een tijdje uit de lucht vanwege bezoek aan zoon en kleinkinderen in Nieuw Zeeland. Terug in kikkerland weer een – inmiddels gewoon geworden – kwakkelwinter: geen echte vorst, maar wel koud, nat en somber. Ook het aanzien van het Schollebos kon mij niet echt vrolijk stemmen.
Kletsnat Schollebos. Sommige voetpaden waren niet meer begaanbaar. Vele voetpaden waren ook nog bedekt met rottende herfstbladeren en waren ’s morgens spekglad na een beetje nachtvorst. Pas nu heeft men hier en daar de paden geveegd.
Restanten van vuurwerkvandalisme nog steeds niet opgeruimd. Als 60% van de Nederlandse bevolking voor een landelijk vuurwerkverbod is, waarom houdt de politiek dat dan tegen?? Er werden borden geplaatst bij ingangen van het Schollebos dat het afsteken van vuurwerk in het Schollebos verboden is en er boetes zouden worden uitgedeeld. Naar mijn weten is er niet 1 boete uitgedeeld. Van Schollebosbezoekers die Handhaving hebben gebeld vanwege vuurwerk kreeg ik te horen dat ze te laat kwamen of afwezig waren of geen tijd hadden. Zonder handhaving blijft het niet meer dan symboolpolitiek! Landelijk miljoenen schade (branden, zorgkosten voor ernstige verwondingen, opruimkosten, e.a.) en dan hebben we het nog niet over milieuschade (CO2- en stikstofuitstoot!), honden die doodsangsten uitstaan en het verstoren van vogels.
Ook werd ik niet vrolijk van de kapwerkzaamheden in het Schollebos. Enkele maanden geleden is SNC samen met gemeente het bos in geweest om vast te stellen welke bomen nog in het westelijke deel gekapt moesten worden omdat ze in slechte staat waren. Het zouden er enkele tientallen zijn. Dat was te overzien. Wat blijkt? Niet enkele tientallen, maar een veelvoud ervan werd gekapt wat op diverse plekken leidde tot een kaalslagbeeld. Dat hadden we niet zo afgesproken en vele Schollebosbezoekers beklaagden zich er ook over (“kan wel huilen…”).
In principe blijft volgens beleid het gekapte hout zoveel mogelijk in het bos liggen, maar dat zou zo’n omvang krijgen dat er op sommige stukken haast geen stukje bodem overblijft waar een nieuwe boom zou kunnen groeien. Een deel werd dan ook afgevoerd en voorlopig opgeslagen buiten het bos. SNC zal aandringen op een substantiële herplant van nieuwe bomen. Helaas duurt het wel een aantal jaren voordat die weer zijn uitgegroeid tot volwassen bomen. Een meer in de tijd gefaseerde aanpak was beter geweest (en was ook afgesproken).
Maar genoeg gechagrijnd. Ondanks dit alles toch ook weer leuke en mooie dingen te zien.
Berkenzwam (Piptoporus betulinus). Meerdere mooie exemplaren op een dode berk. Een buisjeszwam die parasiteert op berken. Eenjarig (vergaat binnen een jaar).
Gele Trilzwam (Tremella mesenterica). Een trilzwamsoort. Trilzwammen komen tevoorschijn onder natte omstandigheden. Het water wordt opgezogen tot een gelatine-achtige zwam. Bij droogte schrompelen ze weer in tot vrijwel onherkenbare “pukkeltjes”. Deze soort kan men vinden op loofboomtakken.
Rode Kelkzwam (Sarcoscypha coccinea). Een echt winterzwammetje vanaf januari te zien. Groeit op halfvergane en in vochtige grond liggende takken/takjes van loofbomen. Breidt zich uit in Schollebos (meerdere vindplaatsen langs paden).
“Bloeiend” Mos. Mossen vormen een heel grote groep van groene planten zonder wortels en met een bijzondere en ingewikkelde voorplanting. Ze vormen geen zaden, maar Sporen om zich voort te planten. De sporen worden gevormd in Sporenkapsels die hier op de foto aan het uiteinde van de rode “draden” te zien zijn. Vocht en nutriënten worden via diffusie opgenomen. Ik ben zeker geen deskundige op mossengebied, maar samen met een expert zijn in het Schollebos wel 30 soorten gevonden en waarschijnlijk zijn er nog wel meer. In Schollebos vooral veel mos op dode boomstammen. Veel vogels gebruiken mos als nestmateriaal.
De enkele keer dat het zonnetje scheen bij zonsondergang was het genieten van de gouden kleuren. Bij laagstaande zon gaat het zonlicht door een dikkere luchtlaag. De koudere kleuren worden daardoor meer uitgefilterd dan de warmere kleuren: het licht wordt roder (avond- en morgenrood).
Daslook (Allium ursinum). Daslook komt nu al boven de grond. Duurt nog wel een paar maanden voor we weer kunnen genieten van hun massale bloei en heerlijke frisse uiengeur.
Wat wintergasten (soorten die we alleen ’s winters in Capelle zien) betreft is het een magere winter. In Schollebos enkele Slobeenden, een paar Dodaarzen, een Grote Zilverreiger, een enkele Houtsnip en Appelvink en af en toe groepen Koperwieken. In Schenkel een Grote Gele Kwikstaart, een paar Smienten langs de ’s Gravenweg.
Bomen
Bomen en struiken zijn belangrijk voor de natuur, biodiversiteit, klimaat. Ze slaan CO2 op, vangen fijnstof weg waardoor de lucht schoner wordt, ze zorgen voor afkoeling in de stad en tuin, hun bloesems en vruchten zijn belangrijke voedselbronnen voor insecten en vogels, kortom ze dragen bij aan een rijke biodiversiteit in de stad.
De gemeente is samen met o.a. de plaatselijke natuurorganisaties bezig met een nieuw Natuurbeleidsplan dat komend jaar zijn beslag moet krijgen. Verschillende werkgroepen zijn hiermee bezig. Intussen wordt er al veel gedaan aan nieuw natuur- en groenbeheer. Zo is afdeling Duurzaamheid van de gemeente een actie gestart om meer bomen in de stad te krijgen in samenwerking met “Meer Bomen Nu“. Het doel is om op plaatsen waar zaailingen van bomen weinig of geen kans hebben om uit te groeien tot volwassen bomen, deze onder leiding van deskundigen uit te graven en in particuliere tuinen waar ze wel alle kansen hebben weer uit te planten. De uitgegraven loten zijn van bomen en struiken die niet te groot voor de tuin worden zoals hazelaar, taxus, kornoelje, e.d. De gemeente vraagt vrijwilligers om hierbij mee te helpen. Inschrijven als vrijwilliger kan via de website MeerBomenNu.nl waar verdere informatie wordt verstrekt.
De activiteiten zijn gepland op:
Zaterdag 4 januari van 09.30 tot 13.00 uur (achter de Blinkert bij Valeriusrondeel; verzamelen Parkeerplaats Schönberglaan)
Woensdag 5 februari van 09.30 uur tot 13.00 uur (de groenstrook achter Reviusrondeel tot aan Shellstation Rijckevorselweg; verzamelen Parkeerplaats Reviusrondeel 534-506)
Zaterdag 15 februari van 09.30 uur tot 12.00 uur (Wegelingpark langs snipperpad; verzamelen Wegelingpark 2902 EP)
De uitgegraven zaailingen worden opgeslagen. Als u zich aanmeldt bij meerbomennu.nl kunt u op 15 februari gratis een boom voor uw tuin uitkiezen en meenemen (afhalen 15 februari, 13.00-15.30 uur op parkeerplaats Sparta langs de Bermweg).
Winter nadert
De herfst is voor 2/3e voorbij en de winter nadert. Tot nu toe dit jaar weinig paddenstoelen (langdurige droogte), maar toch wel enkele leuke soorten.
Paarse Schijnridderzwam (Lepista nuda; foto Else). Else (wil niet met achternaam genoemd worden) trof dit fraaie exemplaar aan op het sportcomplex Schenkel. Is algemeen en groeit op humusrijke grond. Het is een “plaatjeszwam”: de plaatjes (Lamellen) waar de sporen worden gevormd zijn hier duidelijk te zien.
Grote Stinkzwam (Phallus impudicus; Schollebos). Altijd associaties oproepend, ook bij de naamgever van deze soort dus (Latijn voor “Schaamteloze Penis”). En stinken doet hij: op meters afstand is de penetrante lijkenlucht te ruiken. Hiermee trekt hij vliegen aan die zich tegoed doen aan het zoete stinkende slijm aan de top en daardoor de zwarte sporenmassa verspreiden totdat die op is en de top niet meer zwart is. Op humusrijke grond en algemeen.
Witte Kluifzwam (Helvella crispa; Schollebos). Met een beetje fantasie lijkt deze op een hondenkluif. Bijzondere vorm: sterk geplooide holle steel en een bijna omgeklapte hoed met lobben. Op humusrijke grond (giftig!).
Langsteelfranjehoed (Psathyrella conopilus; Schollebos). Een teer plaatjeszwammetje met -in verhouding- lange steel. Op houtsnippers en soms op humusrijke grond. Algemeen, vaak in groepjes zoals hier.
Rond deze tijd zijn gewoonlijk diverse wintergasten aanwezig in Capelle. Dit jaar echter tot nu toe erg weinig.
Dodaars (Tachybaptus ruficollis; archieffoto). Een schuwe kleine fuutsoort met een wit verenbosje (“Dod”) aan hun achterwerk (“Aars”). Enkele exemplaren bivakkeren al een tijdje in Nieuwerkerkse Tocht (Schollebos) waar rietkragen zijn om zich te verschuilen. Nederlandse broedvogel, maar alleen in najaar en winter in Capelle.
Appelvink (Coccothraustes coccothraustes; archieffoto). Frank Oling spotte vorige week een groepje Appelvinken langs de Nieuwerkerkse Tocht in Schollebos. Een forse vinkensoort met hele dikke snavel waarmee hij zelfs kersenpitten kan kraken. Nederlandse broedvogel (niet in onze omgeving), maar vooral ook wintergast uit Noord Europa.
Houtsnip (Scolopax rusticola;archieffoto Schollebos). Zelf betrapte ik een Houtsnip in de bosjes langs het Spartaterrein in Schollebos. Net als een fazant op laatste moment klapvleugelend opvliegend. In najaar vaak doortrekker en soms hier overwinterend. Enige steltloper die in bos leeft. Broedt wel in Nederland.
Tot slot: in mijn vorige blog vermeldde ik de Visarend die in Hitland gezien was. Wat blijkt: Sijmen van der Plicht heeft daarvan een prachtige actiefoto van gemaakt.
Visarend (Pandion haliaetus; foto S.van de Plicht). Broedt tegenwoordig in Nederland (Biesbosch). Overwintert in Afrika, dus dit exemplaar was een doortrekker die even hier bleef hangen.
Laatste oktobernieuwtjes
Visarend (Pandion haliaetus).Enkele weken terug werd in Hitland langs de golfbaan een Visarend gezien. Is niet de eerste keer; paar jaar geleden verbleef er een een paar weken lang in Hitland. Sinds enkele jaren broedt deze prachtige roofvogel in de Brabantse Biesbosch. Overwintert in Afrika.
Inktviszwam (Clathrus archeri). In de Heemtuin langs de ’s Gravenweg “bloeiden” weer de Inktviszwammen. De Heemtuin was een van de eerste plaatsen in Nederland waar deze soort voorkwam. Zelfs vanuit buitenland kwamen liefhebbers om er foto’s van te maken. Tegenwoordig komt de inktviszwam verspreid in bijna heel Nederland voor, maar hij blijft vrij zeldzaam. Dit jaar was er enige verwarring: toen de “eieren” op uitkomen stonden, bleek de volgende dag er van een aantal zwammen niet meer te zien dan een “leeg ei”.
Na onderzoek werden de daders gevonden: naaktslakken hadden de net “uitgekomen” zwammen ’s nachts geheel opgevreten (foto Rob van Dorland)…
Sombere Knolparasolzwam (Chlorophyllum olivieri). Toen ik deze foto deelde met mijn medebestuursleden ontlokte dat bij onze secretaris de opmerking “daar wordt je dus vrolijk van”.
Heksenboter (Fuligo septica). Ook deze Slijmzwam (Myxomyceet) was te zien. Eigenlijk geen echte zwam of paddenstoel, maar behorend tot een heel aparte groep. Ze bestaan uit 1 groot lichaam (Plasmodium) met daarin duizenden kernen die niet door celwanden gescheiden zijn. Ze kruipen over het dode hout daarbij levend van bacteriën, algen en ander microscopisch klein materiaal. Bij rijping vormen ze vruchtlichaampjes waarin de sporen worden gevormd.
Afgelopen zaterdag was onze jaarlijkse Herfstexcursie. Prachtig weer met zomerse temperaturen en dus ook een behoorlijke opkomst. We werden direct verrast door 2 buizerds en wat later door de roep van een Waterral langs de “IJsvogelvijver”. Uiteraard veel aandacht voor paddenstoelen waaronder de bekende giftige Vliegenzwam. Het rode velletje veroorzaakt bij inname hallucinaties. De witte stippen zijn restanten van het omhullende Velumvlies. In Schollebos elk jaar op zelfde plekje onder Berken. De ondergrondse schimmeldraden (Mycelium) zijn verbonden met de haarwortels van die berken. De paddenstoel ontvangt zo suikers die de bladeren van de boom aanmaken (fotosynthese) en de boom ontvangt mineralen van de paddenstoel: samenleven tot wederzijds nut (Symbiose). Daarnaast natuurlijk ook vele andere soorten zwammen en paddenstoelen. Door het warme weer waren er zelfs nog enkele vlinders te zien (Bont Zandoogje en Klein Koolwitje).
Bomenkap.
Komende week worden in het westelijke (oudste) deel van het Schollebos nog zo’n 20 zieke bomen gekapt, vooral essen die lijden aan essentaksterfte en nog een paar die omgevingsgevaarlijk zijn (takbreuk) of “Toekomstbomen” in hun groei belemmeren. Gemeente, SNC en een vertegenwoordiger van de Bomenstichting hebben deze bomen gezamenlijk geïnspecteerd en zijn het met elkaar eens.
Vlindertuin .
Op verzoek van SNC heeft de gemeente de Vlindertuin in het Schollebos kort laten maaien en maaisel af laten voeren. Het steeds terugkerende Riet en grote woekeraar Haagwinde was echt niet meer met een paar vrijwilligers onder de knie te krijgen. Gewerkt wordt nog aan een goede oplossing.
Oeverrijk
Gemeente heeft een druk bezochte inspraakavond gehouden over de inrichting van Capelseweg, Kanaalweg, Bermweg-west en het Oeverrijk (het gebied gelegen tussen Bermweg-west, Kanaalweg en ’s Gravenweg). SNC heeft haar visie over het Oeverrijk ingediend dat voor een groot deel overeenkomt met die van de gemeente en vele bewoners: (her-)inrichten als landschappelijke natuur. Er volgen nog zeker 2 of 3 vervolgavonden.
Herfst
We zijn inmiddels halverwege de herfst. Met het opwarmende klimaat en wat daar allemaal bij hoort (extreme droogte- en natte periodes) is de herfst niet meer als die voorheen was. Het gras groeit nog steeds (voorheen werden de koeien in oktober op stal gezet!), bomen staan nog steeds volop in blad en beginnen nu hier en daar pas te verkleuren. Begin oktober nog behoorlijk wat vlinders en nu ook nog wat libellen gezien.
Klimop (Hedera helix) bloeit nu al enige tijd volop (op foto in mijn achtertuin) en wordt uitbundig bezocht door honingbijen, zweefvliegen en vlinders die bij een zonnetje afkomen op de nectar en stuifmeel. Het is voor vele insecten een van de laatste voedselbronnen voor de winter invalt.
De vogeltrek is al enige tijd bezig. Onze Capelse zwaluwen, tjiftjafs, zwartkopjes, koekoek en andere zijn al vertrokken richting Afrika om daar te overwinteren. Wintergasten uit het hoge noorden en oosten stromen Nederland binnen, maar hiervan is in Capelle nog niet veel te zien. Deze Bladkoning (Phylloscopus inornatus) was wel een incidentele waarneming (omgeving Nieuwerkerkse Tocht). Broedt in Siberische taiga en steeds vaker in Nederland als wintergast. En niet te vergeten natuurlijk:
Roodborst (Erythacus rubecula). Overal zijn nu zingende roodborstjes te horen. Vele zijn afkomstig uit Scandinavië en Noordoost Europa. Zowel man- als vrouwroodborst zingen nu om een voedselterritorium vast te stellen: geen Love, but War! Indringers van soortgenoten worden bevochten soms tot de dood erop volgt…
Geen herfst zonder paddenstoelen, ook al zijn het hele jaar door paddenstoelen te vinden. Een selectie van de afgelopen weken in het Schollebos:
Toch maar weer deze Kroontjesknotszwam (Artomyces pyxidatus) omdat die hier in een schitterende formatie stond.
Beukwortelzwam (Hymenopellis radicata). Een fraaie compositie op een dode stronk. Mijn eerste waarneming in Schollebos van deze soort, maar is algemeen in Nederland. Een ‘Plaatjeszwam’: aan de onderzijde van de hoed zijn plaatjes waar de sporen worden gevormd (gebruik spiegeltje om onderkant te bekijken en niet plukken dus!)
Grote Bloedsteelmycena (Mycena haematopus). Lid van de grote familie Mycena’s. Op dood hout in kleine en grote groepen. In de steel zit een bruinrood vocht (“Bloed”). Nu massaal te zien in Schollebos. Ook een Plaatjeszwam.
Roodsteelfluweelboleet (Xerocomellus chrysenteron). Boleten zijn gesteelde paddenstoelen met ‘Buisjes’ aan de onderzijde waar de sporen worden gevormd (“Buisjeszwammen “). Deze was omgetrapt (hond?) maar daardoor wel goed die onderkant te zien (gebruik bij intacte paddenstoelen een spiegeltje!). Elk jaar wel te vinden in Schollebos. Moet wel goed kijken, want vallen niet op!
Geel Hoorntje (Calocera cornea). Een Trilzwamsoort (gelatineuze lichamen die verdrogen bij droogte en na stevige regenperiode weer uitgroeien). Op dood hout en algemeen. Erg klein (ong. 1 cm), dus goed zoeken!
Gewone Zwavelkop (Hypholoma fasciculare).Een plaatjeszwam, nu massaal te zien in Schollebos en andere bosschages. Altijd in grote groepen. Verse exemplaren zijn zwavelgeel. Zeer giftig, maar niet dodelijk.
Gele Korstzwam (Stereum hirsutum). Een van de grote familie Korstzwammen (Corticiaceae). Op dood hout, hier op de palissade van boomstammen achter manege. Geen Plaatjes- of Buisjeszwam: aan de onderkant kiemvliezen.
En nog vele soorten meer! Geïnteresseerd? Op 26 oktober is onze herfstexcursie. Start pannenkoekenhuis 14.00 uur. Inschrijven niet nodig. Kosten: gratis, maar vrijwillige bijdrage om onze stichting te ondersteunen is na afloop welkom.
Laatste nieuwtjes
Inmiddels is de meteorologische Herfst alweer begonnen (1 sept). Nieuwe warmterecords in augustus en beging september. Waar gaat het heen?? Veel bomen en struiken hebben een behoorlijke dreun gekregen van het erg natte voorjaar gevolgd door erg droge zomer, resulterend in vroegtijdig bladafval. Ook vlinders hebben het moeilijk. Pas weer een kleine opleving met het warme weer, maar bij onze vlindertellingen in het Schollebos zagen we niet één Kleine Vos of Citroenvlinder, die heel algemeen zouden moeten zijn. Wel weer verblijd met een aantal Distelvlinders (vorig jaar niet een gezien).
Distelvlinder (Vanessa cardui). Een echte wereldburger. Europese distelvlinders migreren in najaar naar Noord-Afrika om aldaar zich nog een keer te vermenigvuldigen en dood te gaan. De nakomelingen komen in het voorjaar weer terug naar onze contreien.
Landkaartje (Araschnia levana), zomergeneratie. Slechts enkele waarnemingen van deze bijzondere vlinder. Bijzonder, omdat de voorjaarsgeneratie er heel anders uitziet. Waardplant is Brandnetel en daarvan zijn er genoeg…
Ook al gaat het slecht met de insecten (volgens onderzoeken 75% achteruitgang) worden er toch ook mooie waarnemingen gedaan van zeldzaamheden. Een van onze “hoffotografen” Paul Schrijvershof trof er afgelopen augustus twee:
Zuidelijke Heidelibel (Sympetrum meridionale, vrouwtje). Een Zuid-Europese soort, maar steeds vaker ook in Nederland (Klimaatopwarming?). In Nederland 9 soorten heidelibellen en enkele ervan ook in Schollebos (o.a. Bloedrode Heidelibel en Steenrode Heidelibel). Deze Zuidelijke Heidelibel werd door Paul in Capelle-West ontdekt.
Mexicaanse Zwartsteel (Isodontia mexicana). Een zeldzame exotische graafwespsoort, niet invasief, afkomstig uit Noord-America. Wordt waarschijnlijk vaste Nederlandse soort. Graafwespen graven een holletje in zandige grond; zij verlammen rupsen met hun steek en plaatsen die rupsen in het holletje en leggen daarin een ei. De uitgekomen larve eet die verlamde rups levend op.
Peterseliebraam (Rubus laciniatus). De indeling van het geslacht Braam (Rubus) blijft een wirwar. Vroeger tig (onder-)soorten, toen slechts een paar soorten en nu weer die overvloed opnieuw. Maar de Peterseliebraam behield zijn status. Een verwilderde cultivar, op een enkele plek in Schollebos. De bladeren verschillen sterk van “gewone” braamsoorten, zij lijken op peterselieblad. De bramen zijn eetbaar.
Groot Blaasjeskruid (Utricularia vulgaris). Een vleesetend waterplantje. In sloot tegenover ingang Capelse Golfbaan langs de ’s Gravenweg. De plant heeft geen wortels, maar onderwaterblaadjes waarmee het voedingsstoffen kan opnemen. Langs de onderwaterstengel groeien ook blaasjes waarin onderdruk heerst. Bij contact met bijv. een watervlo of muggenlarve springt een dekseltje open waarna het beestje naar binnen wordt gezogen en het dekseltje weer sluit en het beestje in een half uur wordt verteerd. Via sterharen aan de binnenkant van het blaasje wordt het water weer verwijderd waardoor de onderdruk weer wordt hersteld. Dankzij dit fenomeen kan deze plant ook overleven in voedselarmer water.
Zwart Reuzenkussen (Brefeldia maxima). Voor de 2e keer op zelfde dode boomstam aangetroffen. Is niet algemeen. Het is een Myxomyceet oftewel een Slijmzwamsoort. Het is echter geen zwam/paddenstoel, maar ook geen plant of dier. Het is een heel aparte groep. Het jonge stadium (hier op foto) is eigenlijk 1 groot plasma-achtig lichaam (“Plasmodium”) van samengesmolten amoebeachtige cellen zonder celwanden met daarin vele kernen met DNA. Het plasmodium leeft van bacteriën, schimmeldraden en ander microscopisch klein materiaal en kruipt daarbij over het hout heen. Als de buitenkant verdroogt worden “vruchtlichaampjes” gevormd met sporen die verspreid worden. Ingewikkeld verhaal en een beetje kort door de bocht. Verder valt de naamgeving op “Zwart” Reuzenkussen. Wel bij rijping wordt het geleidelijk echt zwart. De dag na bovengetoonde foto zag het er zo uit:
Uiteindelijk wordt het helemaal zwart.
SNC test voor de gemeente in de zomer het water bij het Hondenstrandje in het Schollebos 1x per week op Blauwalg. Tot nu toe slechts 1x licht positief getest, maar verder gelukkig steeds negatief. Niet alleen is blauwalg gevaarlijk voor honden, maar ook voor mensen (regelmatig spelen er ook kinderen met hun honden in het water!). Het testresultaat wordt doorgegeven aan de appgroep “Honden Schollebos” en indien er blauwalg wordt vastgesteld wordt het waarschuwingsbord bij het strandje geopend.
Vorige week vergadering met gemeente en “Vrienden van het Schollebos”. Afspraken over laatste ronde “Revitalisatie” bospercelen gemaakt, betere aanpak ecologisch maaibeleid (puntjes op de i). 23 September vergadering met gemeente en “Capels Natuurnetwerk” (waar SNC aandringt op versterken van ecologische verbindingszones binnen Capelle en aansluiting op natuur buiten Capelle. 27 September 1-op-1 “Bijpraatbijeenkomst” gemeente en SNC. Er komt ook nog een aparte vergadering over de HAS-rapporten (een afstudeerproject van studenten aan de Hogere Agrarische School ’s Hertogenbosch over het Schollebosbeheer); daar worden ook zaken behandeld als Waterbeheer, Paden, Parkregels, Wandelroutes, e.d.
Kortom, werk genoeg aan de winkel.
Excursies en weersverschijnselen
Op 10 augustus hielden wij onze jaarlijkse Zomerexcursie.
Enthousiaste deelnemers en prima weer. Veel flora, diverse paddenstoelsoorten, in de boomkruinen roepende uitgevlogen Sperwerjongen, oefenend met vliegen en jagen. Oh’s en ah’s bij het grote gordijn van Bosrank in tegenlicht.
De week erop onze jaarlijkse Vleermuisexcursie (16 augustus). Ook hier enthousiaste deelnemers. Na een inleiding over vleermuizen op pad in het Schollebos. In de schemer konden we nog vleermuizen zien vliegen. In echte donker vertaalde de batdetector de voor ons onhoorbare vleermuisgeluiden in wel hoorbare geluiden. 3 Soorten waargenomen (Gewone Dwergvleermuis, Ross Vleermuis en Laatvlieger). Een minpuntje was wel dat het aantal vleermuizen dat we waarnamen beduidend kleiner was dan voorgaande jaren.
23 augustus een herhaling van onze Nachtvlindernacht. Met speciale lampen gericht op een gespannen wit laken en met zoete smeersels op bomen werden nachtvlinders gelokt die men kon fotograferen en identificeren met de gratis app Obsidentify. Zo’n 40 soorten was het eindresultaat. Veelal (hele) kleine motjes (“Micro-soorten”), maar ook diverse “Macro-soorten”. Op deze avond kwamen wel meer deelnemers op af dan de vorige keer, maar vrijwel allemaal fanatieke nachtvlinderhobbyisten. Kennelijk spreekt het “Nachtvlinderen” het “grote publiek” niet echt aan.
Op 13 augustus ’s avonds een spectaculair onweer ten zuiden van Capelle, maar goed te zien. Zelf zeker 20 minuten buiten staan kijken net als vele anderen. Geen donder te horen (letterlijk). Marcus Breet filmde het vanuit zijn flat.
En helaas wel laat: in mei was zelfs in Capelle het Noorderlicht waar te nemen. Frank Oling maakte er foto’s van.
Het Noorderlicht ontstaat doordat elektrisch geladen zonnedeeltjes botsen met moleculen in onze aardse atmosfeer. Die zonnedeeltjes komen vrij bij heftige zonnevlammen. Omdat ze elektrisch geladen zijn worden ze gevangen in het magnetisch veld van de aarde waardoor ze afgebogen worden naar de noord- en zuidpool. De moleculen die daar geraakt worden gaan als het ware gloeien, waarbij elk molecuulsoort een eigen gloedkleur uitstraalt: Aurora Borealis (noordelijk halfrond) en Aurora Australis (zuidelijk halfrond). Slechts zelden is het Noorderlicht zo ver zuidelijk te zien, dus voorlopig een unicum voor Capelle!
Tunneltjesvlinders
Een nakomerberichtje. Regelmatig worden er vooral ’s ochtends prachtige (macro-)nachtvlinders waargenomen in de fietstunneltjes langs de Capelseweg. Ik was te laat om ze in laatste blog te plaatsen, dus bij deze alsnog. Voor meer achtergrondinfo over de soorten: vlinderstichting.nl
Groot Avondrood (Deilephila elpenor; foto Paul Schrijvershof). Een Pijlstaartvlinder (familie Sphingidae). Algemeen. Veel waardplanten (waar eitjes op afgezet worden en de rupsen van leven) zoals Klein Springzaad, Kattenstaart en Teunisbloem, alle in Schollebos overvloedig aanwezig. Een, soms twee generaties per jaar.
Witte Tijger (Spilosoma lubricipeda; foto Paul Schrijvershof). Een algemene soort, maar ik hem nog nooit gezien. Meerdere waardplanten, o.a. Zuringsoorten, Vlier, Brandnetel en Weegbree.
Oranje Wortelboorder (Triodia sylvina; foto Paul Schrijvershof). Algemeen. Waardplanten o.a. Zuringsoorten en Paardenbloem. De rups boort gangen in de wortels van de waardplant, leeft van die wortels, overwintert 2 winters en verpopt zich daarna ondergronds.
Agaatvlinder (Phlogophora meticulosa; foto Rob van Dorland). Ook algemene soort. Vele waardplanten. Overwintert als rups en verpopt zich ondergronds.
Uiteraard zijn dit soort waarnemingen mogelijk in alle Capelse tunneltjes, dus let op en stuur mij uw mooie foto’s!